kleine Pyrosoma's opgehaald. Ook met de vertikaalnetten werd uit diepten tot 1500 M. een rijke oogst opgehaald. In de Ceram-zee werd weder een groote buit bemachtigd en werden o. a. op één station een dertigtal diepzee-visschen gevangen. Als zeer opmerkelijke vangst wordt vermeld een inktvisch waarvan een beschrijving bestaat van een exemplaar in WestIndie gevangen. Op de ondiepe bank, die zich voor Nieuw-Guinea uitstrekt, was eenmaal de ijzeren dregbeugel krom gebogen door de enorme vracht van dieren, die de dregzak bevatte. Sponzen kwamen in zulke groote hoeveelheden boven dat balies vol weggeworpen moesten worden. De verzameling wieren werd nu tot 500 uitgebreid, waaronder talrijke tot nu toe onbekende.
Te Gisser (Z. O.-kust van Ceram) werd een bijzondere studie gewijd aan het rif waarop het eiland gelegen is. De Heer Weber wijst dit eilandje verder aan als een uitgezocht punt om er een zoölog voor eenigen tijd te stationneeren; de ligging en de talrijke en handige visschersbevolking maken het daartoe bijzonder geschikt.
7 September arriveerde de expeditie te Ambom alwaar enkele dagen vertoefd zou worden om kolen te laden en om de garde-robe der leden die bij het dreggen en rif-onderzoek veel te lijden heeft, aan te vullen.
L.
HET REPERTORIUM VAN HARTMANN.
In 1895 verscheen het „Repertorium op de literatuur betreffende de Nederlandsche koloniën, voor zoover zij verspreid is in tijdschriften en mengelwerken. I. Oost-Indie 1866-1893. H. West-Indie 1840-1893. Met een alphabetisch zaak- en plaatsregister. Samengesteld door A. Hartmann, Commies bij het Ministerie van Koloniën."
Met dit boek heeft de samensteller ons verwend. Hij wiens werk de koloniën betreft, raadpleegt Hartmann dagelijks, en waardeert het even vaak als hij het raadpleegt. Behalve wanneer hij naar iets zoekt dat na 1893 verscheen; dan kan men hem het aller-onbillijkst verwijt hooren uiten dat het een of ander er niet in staat. Een briefje aan den heer Hartmann of een bezoek aan zijn werkcel N°. 85 op de bovenste verdieping van het Ministerie van Koloniën geeft uitkomst; want van het oogenblik af dat de schrijver zijn repertorium afsloot, heeft hij den arbeid voortgezet en thans ligt een nieuw repertorium in handschrift gereed, van 1893 tot op den huldigen dag bijgewerkt. Met groote welwillendheid put hij uit dezen