pen jaar veel minder van aanleg of verbetering, doch het onderhoud was ruim zoo duur.

Het Noordzeekanaal van Amsterdam vorderde, met de uitbreiding der sluis- en havenwerken te IJmuiden, alleen ruim 7 ton gouds aan verbetering en aanleg en nog ƒ 375000,— aan onderhoud, waaronder ruim 2 ton gouds baggerwerk, een post die allicht jaarlijks terugkeert; het halfmillioen M3 specie moest wel verwijderd worden wilde men van de met behulp der gemeente voltooide en nog in bewerking zijnde kostbare haven- en dokwerken partij trekken. De uitslag was gelukkig gunstig; de kolossale nieuwe sluis bij IJmuiden kwam gereed, de visschershaven met hare attributen kon in gebruik genomen worden, de diepte van buiten- en binnenhavens was zeer voldoende (de minste diepte wisselde in 1898 af van ruim 80 tot 95 d. M.) en het verkeer was belangrijk daar aan de Noordzeesluizen geschut werden 4498 schepen, waarvan 68 met een diepgang van 70—-77 d. M., terwijl door de Oranjesluizen te Schellingwoude nog 94 zeeschepen werden geschut, meerendeels behoorende tot de Kon. Ned. marine; deze laatstbedoelde sluizen zijn vooral gewichtig voor de binnenlandsche vaart, want in 1898 werden er ruim 74000 binnenschepen geschut.

Ter vergelijking van de scheepvaartbeweging onzer beide hoofdhavens strekke het volgend overzicht, waaruit duidelijk blijkt hoezeer Rotterdam de ligging in haar voordeel heeft, ofschoon de hoofdstad als stapelplaats voor den groothandel nog steeds het belangrijkst blijft, o. a. ook eenigs. zins zichtbaar in de verhouding van den inhoud der uitgeklaarde geladen schepen tot dien der ingeklaarde; in 1898 was die verhouding te Am sterdam als 2 tot 3, in Rotterdam als 2 tot bijna 5*

Aantal zeeschepen. Inhoud in M3.

I§»1. 1§9§. 1894. 1808.

( Amsterdam. 1528 1718 3216000 3794000

Inklaringen te {

( Rotterdam. 4423 55^4 10657000 15003000

( Amsterdam. 1114 1248 2073000 2387000

Uitklaringen te l

( Rotterdam. 2684 3290 47x9000 6171000

Behalve de verruiming van het hoofdkanaal tot 36 M. in den bodem