bergrand moeten zijn. Een zuidelijker verbinding van de oorlogsterreinen in Natal en in 't westen is geheel onmogelijk; ook bezuiden den Drakensberg om. Wel loopt een goede weg over een der terrassen van 1 ïetermantzburg via Kokstad naar de spoorlijn East-London—Oueenstown, maar deze afstand bedraagt minstens 600 K.M. Men zou dan nog sneller de troepen in Durban weer kunnen inschepen.
Nu is het Drakensgebergte benoorden den Mont aux sources wel wat begaanbaarder dan het zuidelijke deel, maar men kan gerust zeggen dat de doortocht voor een Engelsche legermacht volslagen onmogelijk is, wanneer de passen door de Boeren worden verdedigd. Deze passen, meest voor wagens bruikbaar, zijn van zuid naar noord. Olivier's Hoek pas of de Oude pas, Bezuidenhout pas (beide ruim 2100 M.), Iintwa pas, Van Reenen s pas (± 1650 M.), De Beer's pas (± 1700 M.), Zondags-rivier pas, Muller's pas en ver in 't noorden Botha's pas. De beste weg gaat over den laatsten; zij wordt door den Spitskop beheerscht. De beide eerste passen worden van Estcourt of Ladysmith uit bereikt, de twee volgende van laatstgenoemde plaats. Verreweg de belangrijkste is thans de Van Reenen's pas, omdat daardoor de spoorlijn van Ladysmith naar Harrismith in den Vrijstaat loopt. Door de Bezuidenhout pas kwam de groote menigte der Boeren uit het westen bij den grooten trek naar Natal onder 1 iet Retief en Gerrit Maritz in 1836—'7; door het eigenaardige procédé van den voornaam des eenen leiders vóór den achternaam des anderen te plaatsen ontving Pietermaritz-
burg zijn naam.
Ook de toppen in dit deel van de Kathlamba zijn minder hoog; ze worden op 21—2300 M. geschat; bekende zijn Mount Tintwa, Nelsons' kop, Melanie's kop en Krans