sampan met eene groote behendigheid en houdt zich onledig met allerlei bezigheden, maar weigert de rol van keukenmeid te vervullen. Die taak wordt door de mannelijke bevolking vervuld, evenals in China en Japan.
Even spaarzaam, tuk op winstbejag en dikwerf op woeker als de Chinees is, even onverschillig is de Annamiet op het punt van geld. Hij geeft uit wat hij bezit, grijpt elke gelegenheid aan, die zich voordoet, om zich te vermaken, en denkt nimmer aan den dag van morgen. Gedurende de laatste dagen van het jaar, d. w. z. van zijn jaar, bezielt hem slechts ééne gedachte: de viering van zijn nieuwjaar (de Tet), dat in den regel tusschen 30 Januari en 18 Februari van onzen kalender valt. In die dagen is hij zenuwachtig opgewonden, weigert te werken, denkt er slechts aan om geld op te zamelen en zich te vermaken.
De Tet is, in zijn oorsprong, een groot godsdienstig feest, bij welke gelegenheid iedere familie hare plichten, door de religie voorgeschreven, nauwgezet moet vervullen. Dat feest brengt officieele bezoeken aan de familie-leden mede, verplicht tot geschenken, tot offeranden aan de voorouders, en voornamelijk tot plechtige bedevaarten naar de graven der afgestorvenen. Evenals in China gaan al die feesten gepaard met het afsteken van voetzoekers, die veel geraas maken en een ondragelijken stank verspreiden. Allen tooien zich met hun beste plunje, de vrouwen koopen zich een hoed en in iedere woning verspreiden welriekende bloemen hare liefelijke geuren.
Maar dat ernstige feest is van lieverlede veranderd in eene bras-partij, die dagen lang duurt en den Annamiet voor weken lang verarmt, want, om zijne uitgaven te bestrijden, heeft hij allerhande voorwerpen beleend of verkocht. De Europeaan verbeidt met ongeduld den oogenblik