De desa Kapedi, waaraan de volgende post haar naam ontleent, is bekend door eene aldaar aanwezige heldere bron. De vier palingen J), die daarin volgens zeggen der inlanders zouden leven of geleefd hebben, zijn verdwenen.
Bij Aëngdaki maakt de weg een bijna rechten hoek en bestijgt men de kalkheuvels, waarop de districtshoofdplaats Baloeto of Bloeto gelegen is. Wendt men op dit gedeelte van den weg den blik achterwaarts, dan geniet men van het heerlijke zeegezicht op de Straat van Madoera, dat zoo menigen reiziger, die deze plek voorbijtrok, heeft bekoord. Indrukwekkend schoon is de aanblik, indien men van Baloeto komende, eensklaps de licht bewogen blauwe zee, waartegen de witte zeilen der vlerkprauwen scherp uitkomen, voor zich ziet en in de verte den blik laat rusten op het met groen getooide en met een breeden rand van witgeel zand omzoomde eiland Giliradja. Bij helder weder, vooral in den westmoeson zijn van dit punt en verder westwaarts de hooge bergtoppen van Oost-Java, de Raoeng, de Argopoero, het Tënggër-gebergte en zelfs de Ardjoeno zichtbaar.
Van Baloeto leidt de weg in dalende richting over de schrale, met eene dunne laag bruinroode aarde bedekte kalkheuvels naar de alluviale vlakte ten zuiden en oosten van Soemënëp gelegen. Voor het bestijgen van dezen weg in omgekeerde richting heeft men thans niet meer zooals vroeger, een span buffels noodig 2). Bij de postloods Tambangan trekt men de Saroka-rivier, hooger op Pajoedan geheeten, over, welke 3 paal beneden Tambangan met breeden mond in de baai van Soemënëp valt.
Na nog ongeveer 5 paal in noordoostelijke richting te hebben afgelegd, rijdt men de kota Soemënëp binnen en
1) Zie Veth, t. a. p., bl. 914.
2) Zie Veth, t. a. p., bl. 913.