fraaie uitzichten, zoowel op de zee als op de noordelijkste heuvelreeks, die de afdeeling van west naar oost doorsnijdt en die zich met hare zadels en ruggen scherp op den achtergrond afteekent.

Deze heuvels, met uitzondering van een paar uitstekende pieken, zijn alle van geboomte ontbloot door het op groote schaal plegen van roofbouw en de uitroeiing der djatibosschen in den vorstentijd.

12. De afdeeling Pamëkasan. De afdeeling Pamëkasan, die in 1883 vergroot werd met een deel van het voormalige vorstendom Soemënëp, komt in vorm met de afdeeling Sampang overeen.

De postweg tusschen Sampang en de hoofdplaats loopt grootendeels over den buitenrand der alluviale kuststrook. De eerste plaats waar men, met postpaarden reizende, verspant is de desa Tjamplong, waar de kommandeur Sterrenberg in 1745 ingesloten werd. De volgende post ligt in de desa Tandjoeng met vele karrenverhuurderijen en ongeveer 5 paal verder bereikt men de desa Branta ), eene welvarende visschersplaats met eene goede reede en eene particuliere inlandsche school. Goederen, voor Pamëkasan bestemd, worden hier uit de prauwen gelost en moeten per ossenkar 4 paal ver naar de hoofdplaats vervoerd worden, terwijl te Sampang de koopwaren geheel te water kunnen worden aangevoerd.

Pamëkasan, de hoofdplaats der residentie, even als Soemënëp gelegen op kwartairen grond, uit verweerde mergelkalk bestaande, is eene net gebouwde, wel warme maar gezonde plaats met een bevolking van 8000 zielen. Het residentiehuis ligt met andere landsgebouwen en de moskee

1) Voor Brantah, Veth, t. a. p., bl. 919.