te moeilijk op te lossen, met een nauwkeurig onderzoek van die streken welke toch zooveel gemakkelijker te genaken zijn dan andere veel ontoegankelijker en niettemin beter bekende streken van den aardbol.

Op de lage basis, door de Atlantische kust gevormd, strekt zich de tertiaire lijn uit, nu vooruitspringend, dan terugwijkend, de regelmatige bovenkant afgebroken door kleine bergen: uitgedoofde vulcanen. Aan den voet van dat plateau zijn spleten en holen uitgegraven door het zeewater dat niet lang geleden nog er tegen aan spoelde, maar zich nu ver teruggetrokken heeft. Verderop, naar het noordwesten (van de straat van Magellaan uitgaande) ziet men het voornaamste tafelland oprijzen met sneeuwbergen aan den horizon. Meer dan eens, zegt Moreno, heb ik bij het doorkruisen van Patagonië denzelfden indruk gekregen, vooral in de transversale depressies, dien ik had opgedaan bij een tocht door de straat van Magellaan: dien van kortelings overstroomd land, waarvan het water weer teruggetrokken is, en in mijn verbeelding zag ik over het vasteland een aantal eilanden verspreid, de kleine plateaux, die dan op dergelijke wijze gegroepeerd zouden zijn als de eilandengroepen ten zuiden van de straat.

De straten die vroeger deze eilanden gescheiden moeten hebben, overeenkomstig die van Magellaan, zijn verdwenen met de algemeene opheffing van het land en de glaciale afzettingen, min of meer breede valleien overlatende, waardoor de rivieren Negro, Chubut, Santa Cruz, Gallegos, enz. vloeien en haar zijrivieren, terwijl andere geen permanenten waterstroom bevatten. Alleen in het noorden verandert het karakter van het land, waar ten zuiden van de Rio Negro de overblijfselen der longitudinale bergreeksen zich voordoen, met hun graniet, porfier en trachiet, welke verbrokkeld tot aan de Desiré te zien zijn, zoodat ten noorden van de parallel van Port Desiré het land in een oostelijke en westelijk gedeelte afgescheiden is. In het eerste tijdvak van de tertiaire formatie zal Patagonië een grooter uitgestrektheid gehad hebben dan tegenwoordig, het land sprong veel verder dan thans in den Atlantischen Oceaan vooruit, en het op de bathymetrische kaart ondiepe gedeelte van de zee, tusschen de tegenwoordige kustlijn, tot op de hoogte van de Falklandseilanden, is niets anders dan een plateau, in een betrekkelijk modern tijdvak gezonken en thans weer aan het rijzen.

De meeste van deze meren die de rivieren van Patagonië voeden, bestaan tegenwoordig nog, voor zoover zij in het Andes-gebied liggen, maar die van het centrale gedeelte zijn bijna alle verdwenen: de tweelingmeren Musters en Colhue drogen betrekkelijk snel uit, overigens vindt men er nog slechts eenige lagunen. Maar bij het doorkruisen van deze landstreek ziet men nog uitgestrekte inzinkingen — de vroegere meerbeddingen en sporen van de thans droge uitwateringen.