gedaan en slechts de helft van hetgeen zij jaarlijks in de koloniale kas doet vloeien te haren bate verstandig aangewend, door het aanleggen en onderhouden van goede wegen, dan zoude de industrie in de 25 jaren dat zij nu in Suriname bestaat zich ongetwijfeld reeds veel meer hebben uitgebreid, en zouden niet, zooals nu het geval is, nog millioenen hectaren op onderzoek en ontginning liggen te wachten.

Zoo is bijv. het uitgestrekte gebied tusschen de rivieren de Coppename en de Corantijn tot aan de zuidelijke grenzen der kolonie zoo goed als geheel onbekend, terwijl toch met het oog op het voorkomen van goud in de bekende deelen der kolonie, alsmede in Cayenne, Demerary en Venezuela, met recht verondersteld mag worden, dat ook daar op vele plaatsen met groot succes goud zoude kunnen worden ontgonnen". (Mr. C. H. van Meurs).

Een bezoek aan deze zeer belangrijke tentoonstelling β€” die te danken is aan het krachtig initiatief van den wakkeren Directeur van het Museum, den heer F. W. van Eeden, en die getuigt van de kunde en het organiseerend talent der ambtenaren van het Museum β€” zij een ieder warm aanbevolen. Zij blijft geopend tot de zaken naar de Parijsche tentoonstelling van 1900 gaan en krijgt daarna een permanent karakter als WestIndische afdeeling van het Museum.

Een sprekend bewijs van de toenemende belangstelling in Suriname is het \ olgende bericht op de laatste bladzijde van den catalogus betreffende eene β€ž IVest-Tttdische prijsvraag":

β€žDe Commissie van het Koloniaal Museum te Haarlem looft uit een Gouden Medaille voor de beste verzameling van minstens 100 gedroogde Sunnaamsche planten (herbarium), in het bijzonder van nuttige en weinig bekende gewassen; zie blz. 103 van dezen Catalogus."

Ik heb het genoegen gehad de toelichting, die met de prijsvraag verspreid zal worden, te mogen inzien. Zij bevat alle mogelijke aanwijzingen in bevattelijken vorm, zoodat ook zij die nooit herbariummateriaal hebben verzameld naar de gouden medaille kunnen dingen. De jongelieden die als opzichters in de goudvelden een groot deel van het jaar in de wouden doorbrengen, zijn m. i. in de eerste plaats aangewezen om aan de oproeping der Commissie van het Koloniaal Museum gevolg te geven. Ik hoop en verwacht dat het getal inzenders zeer groot zal zijn en dat de gouden medaille uitgereikt zal worden.

W. L. Loth. Iets over de goudindustrie in Suriname. Eigen Haard van 17 en 24 Juni 1899.

In deze schets, opgesierd met een achttal illustraties naar photo's door de Guyana Goud-Placer Maatschappij verstrekt en op hare terreinen op-

36