Uit de mededeelingen van Q. v. U. blijkt verder dat van 1885 tot 1897 Nieuw-Guinea 20 maal door schepen van de K. N. Marine bezocht werd, en dat het totale aantal ligdagen van die schepen ongeveer 19 maanden bedroeg.
Nu bevatten de Nederlandsche kaarten n°. 156 en schetskaarten n°. 15, 21, 24 en 29 te zamen r7 opnemingen van plaatsen op Nieuw-Guinea, uitgevoerd tusschen 1885 en 1897. Wij zijn het met den schrijver eens, dat 17 opnemingen in 19 maanden uitgevoerd met schepen, die alle andere diensten en exercitiën ook te verrichten hadden, niet weinig is te noemen. Eenige dagen van opnemen onder de tropische zon zijn als extradienstverrichting niet gering te schatten.
Ook de ie Stuurman van de Gouvernements-Marine Jan Nouhuys toont aan dat de door de redactie van den Indischen Gids gewraakte kaart nog zeer goed is.
Dat er, vooral in het Oostelijk deel van den Archipel, nog veel valt op te nemen is ongetwijfeld waar. Toch is er in de laatste jaren veel verbetering te bespeuren. Enkele jaren vóór 1885 bevonden wij toch dat o. a. de lengte van Ternate ongeveer 8' fout was, 't geen zoo zeer de verwondering van den toenmaligen Stationscommandant opwekte, dat hij 't feit niet wilde gelooven en aannam dat de fout schuilde in 't gemiddelde van drie goede tijdmeters ('t schip was na een betrekkelijke korte reis van Soerabaia gekomen!) totdat.... na enkele maanden een lijst verscheen van de gewijzigde ligging van verschillende plaatsen in den Archipel en daarin ook Ternate 7/5 verplaatst werd. Zelfs werden toen door ons van minder bezochte eilanden op de Molukkenkaart fouten in de lengte tot 30' toe gevonden!
Hierin is zeker in den laatsten tijd veel verbeterd. En wij erkennen dat, na kennisneming van bovenstaande cijfers van Q. v. U., het ons duidelijk werd, dat tegenwoordig door oorlogschepen (niet van den hydrographischen dienst) vrij wat meer wordt opgenomen dan vroeger. Een groote fout is in ons oog echter altijd geweest de aanschaffing van zeilvaartuigen (Melvill van Carnbee, Blommendal) voor den hydrographischen dienst. Deze vaartuigen werden in 1882 afgeleverd. Men had toen waarlijk wel kunnen inzien dat zij tot veel tijdverlies aanleiding moesten geven en dat handige stoomscheepjes verre te verkiezen zouden geweest zijn. Hij, die toen ter tijde vóór de aanschaffing der zeilvaartuigen adviseerde, heeft den hydrographischen dienst in O. I. daarmede een slechten dienst bewezen.
L.