Het volgende is niet geschreven om in twijfel te trekken de juistheid van de conclusie, dat het inslaan des spijkers oorspronkelijk het middel zou geweest zijn om de offerande aan den boom op te hangen, dat de offerande zelve in onbruik geraakt en het inslaan van den spijker is blijven bestaan en dat het bij de ceremonie uitgesproken formulier thans eigenlijk de hoofdzaak zou zijn. De bedoeling is alleen den schrijver te wijzen op het bestaan eener van de zijne afwijkende meening, volgens welke de spijker, in 't algemeen het voorwerp dat aan den boom wordt gehecht, wel degelijk het ding is waarop 't aankomt. Folk-lore, a quarterly review of myth, tradition, institution and custom (IV, 1893, bl. 451) bevat een artikel van E. Sidney Hartland over pin-wells and rag-bushes, spelden-bronnen en lappen-boomen, dat zeer de aandacht verdient van hen die in het onderwerp belang stellen. Er blijkt uit dat het slaan van spelden en spijkers in boomen, in muren en vloeren van kerken en tempels, in beelden of hunne voetstukken, in houten kruisen, (die later door steenen of ijzeren vervangen zijn om vernieling door spijkers te beletten) ook zonder dat daarbij fragmenten van kleeding of iets anders worden opgehangen of neergelegd, een oud en overal vóórkomend gebruik is, waarmede men de vervulling van een wensch, de verhooring van een gebed, het herstel eener ziekte verlangde te bereiken. Meestal gaan het inslaan van spijkers en het ophangen van lappen niet samen. Sidney Hartland is van oordeel, dat oorspronkelijk het doel van de handeling is geweest den verzoeker, door tusschenkomst van een voorwerp dat met hem in aanraking was, in verbinding te stellen met een tot inwilliging van de vraag vermogende, goedgezinde hoogere macht of geest; evenzeer als een booze geest in staat was door middel van zulk een voorwerp een nadeeligen invloed uit te oefenen op den vroegeren eigenaar, kon de welwillende geest den persoon die zich met hem in verbinding stelde in bescherming nemen, hem genezen. Later, toen het geloof aan de macht van deze geesten begon te tanen, is de kennis van de oorspronkelijke bedoeling des gebruiks verloren gegaan en het denkbeeld is geboren en allengs gegroeid, dat het overdragen van een ziekte of ongemak de bedoeling en op deze wijze mogelijk was.

In Mecklenburg is hetzelfde middel tegen breuken in zwang dat de heer Bos beschrijft; op een Vrijdag wordt ter plaatse van het lichaam waar het ongemak zich bevindt een kruis getrokken met een spijker, en, zonder een woord te spreken, drijft de lijder dien spijker in een jongen beuk of eik; het gesproken formulier is hier dus niet als te Yde hoofdzaak , want de handeling geschiedt „in unbroken silence".

Een houten beeld van den Kongo met een menigte spijkers bezet, zag ik onlangs in het Musée de la porte de Hal te Brussel; ook het Leidsch