voor eene nieuwe aflevering afgedrukt, zoodat het vierde deel weldra

gereed zal komen.

De Redactie van ons Tijdschrift had het geluk in het afgeloopen jaar een aantal bijdragen van verschillenden aard ter opneming te ontvangen, waardoor het mogelijk werd zelfs eenige vellen boven de bedongen 56 vellen aan onze lezers aan te bieden. Voor het eerst kon zij een artikel met illustraties opgeluisterd, dat over de Poulau Toedjoeh, opnemen. Met erkentelijkheid mag hier vermeld worden, hoe wij van de Vereeni^ing voor Suriname eene tegemoetkoming van/100,— ontvingen, waardoor het ons mogelijk werd gemaakt de belangrijke kaarten , behoorende bij het artikel van Dr. Benjamins over Suriname, uit te geven.

e. Geschenken aan het Genootschap.

Het Genootschap had het voorrecht van wijlen Mevrouw de Wed. Prof. Dr. P. J. Veth, geboren Van der Koog, een bedrag van tien duizend gulden, vrij van successierecht, te ontvangen, onder bepaling dat kapitaal en rente gebruikt moesten worden voor onderzoekingstochten door Nederlandsche reizigers in onzen Indischen Archipel. Door dit welkome geschenk zijn de middelen van het Genootschap, om krachtig op te treden tot voortzetting van het pionierswerk in onze Koloniën, zeer versterkt geworden.

f. Betrekkingen en briefwisseling met de regeering en met

genootschappen en bijzondere personen.

Op onze aanvrage om subsidie bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken voor de uitgave van de Taalkaart van Nederland, mocht het Bestuur nog geen beslissend antwoord ontvangen. Daarentegen werd een dergelijk verzoek om ondersteuning aan het Departement van Koloniën, tot het uitgeven van een populaire beschouwing over de triangulatie van Java, door Prof. Dr. J. A. C. Oudemans te Utrecht, van de hand gewezen.

g. Wetenschappelijk onderzoek van Nederlandsch Oost-Indië.

Aan de beide op Nieuw-Guinea geplaatste Controleurs is door het Bestuur het verzoek gericht, eventueel op geographisch of ethnographisch gebied belangrijke bevindingen in de omgeving van hunne nieuwe standplaatsen aan ons te willen mededeelen, tot opname in het Tijdschrift.

Aan ons Bestuurslid, den heer J. F. Niermeyer te Rotterdam, werd