schijnt het, bij het nauwe verband dat tusschen het wezen der verschillende goden bestaat, een verband als dat van schakels uit één grooten keten, niet gewaagd aan te nemen, dat de schepper van het beeld van Wigwakarman de eenheid van den god der wijsheid en der wetenschap met den god, welke die wijsheid en die wetenschap bij den bouw van het heelal en bij zijn verdere kunstwerken in toepassing bracht, plastisch heeft willen uitdrukken. Dat kon geschieden door de kenmerkende oorlappen van den eersten te plaatsen aan het hoofd van den laatsten 1).
Ons zijn geen afbeeldingen van Wigwakarman bekend, die omtrent de juistheid dezer onderstelling uitspraak kunnen doen.
III.
Van Indra en de hemelen voert een eenvoudige tegenstelling naar Yama en de hellen. Op den oorspronkelijken voet zijn verschillende verschrikkelijke pijnigingen voorgesteld, waarmede de op aarde bedreven zonden, gedurende een reeks van jaren worden geboet. Evenmin als aan eene eeuwige hemelvreugd, geloofden de oude Indiërs aan eene kwelling zonder einde. Hun rechtvaardigheidsgevoel achtte die belooning en die straf niet in overeenstemming met het korte tijdperk van een enkel bestaan. Op het verblijf in hemel of hel volgde de wedergeboorte.
Bekend zijn twee bas-reliefs van Boro-boedoer, waarop de typische afbeelding der hel is gegeven, die van een grooten pot met een kookende vloeistof gevuld. Het zijn
i) Kene rol als die van Ganega en Wigwakarman wordt in het Mahayana vervuld door den Bodhisatwa Manjugri.