ven put nog 10 M. dieper kon worden uitgediept, men op

dien lavabodem zou stuiten.

De door de later ontstane randkraters (Arg&poer&, centrale krater, Sëméroe, Djambangan, krater in het Deloewangdal, Pinggang-krater, e. a.) uitgeworpen asch, steengruis en zand, zouden na verloop van tijden dezen bodem

allengs bedekt hebben.

Op bi. 708 laatste regel, schrijft de heer Kohlbrugge verder: „Aschbestanddeelen vindt men nergens in den bodem."

Deze geheel onjuiste bewering tracht hij later eenigszins te verbeteren door in deel XV, N°. 2 3 (30 April 189b) van het Tijdschrift een zin in te lasschen (bl. 244), die vermeldt dat volgens den heer Ten Kate (die met de commissie is medegegaan) door ons in den bodem van de Groote aloen-aloen dezelfde bestanddeelen gevonden werden als hij (Kohlbrugge) vroeger vond, nog vermengd

bracht, hetwelk hij later gepubliceerd heeft. Dr. Platteeuw, zich niet kunnende yereenigen met de daarin vervatte beschouwingen en gevolgtrekkingen, verzocht toen om een ander medisch lid aan de commissie toe te voegen ten einde zoodoende eene meerderheid van stemmen te verkrijgen, waartoe op voorstel der overgebleven leden, bij Gouv. Besl. van 29 September 1897, N°. 7, Dr. J. Groneman, particulier geneesheer te Jokjakarta benoemd werd. Het onderzoek door de op nieuw geconstrueerde commissie ingesteld, duurde van 6 tot 15 October 1897 en het resultaat daarvan is neergelegd in een lijvig verslag, dat aan de Regeering is ingediend en gunstig luidt.

Bij de samenstelling ervan is de taak zooveel mogelijk verdeeld; ten einde, in verband met den korten tijd welke voor het onderzoek werd toegestaan, dit zoo volledig mogelijk te doen zijn, werd verdeeling van den arbeid toegepast. De heer J. L. van Gennep behandelde het Topographisch-geographisch gedeelte, waarbij 33 photo's van het hoogland — w. o. 2 panorama's van de hoogvlakte — werden overgelegd. Dr. J. Groneman onderzocht meer in 't bizonder de Geologische gesteldheid en de Flora van het hoogland en Dr. P. A. Platteeuw nam voor zijn aandeel de de Fauna en de Medische klimatologie en topographie van het Jang-plateau en de inwerking der klimaatsinvloeden bij een verblijf van zieken en reconvalescenten op die hoogvlakte. Dit laatste hoofdstuk beslaat ruim de helft van het geheele verslag.