land), daarop volgen diepten van 55 en 50 M. — A. P. (Ijlst en Oudshoorn), die nog op een paar punten worden geëvenaard. Zeldzaam blijven evenwel de diepten beneden 35 M. — A. P., het meest komen voor die van 32 — 25 M. — A. P., hoewel nog tot 12 M. — A. P. vrij dikwijls brongas wordt verkregen (bladz. 153).
Wat de stijghoogte der wel aangaat, het volgende.
Volgens den heer Visser is die in den Wieringerwaard vrij algemeen 1 M.-fZ. P. of 1,15 M. — A. P.
Volgens den heer Bleeker, in den polder Beschoot bij Hoorn op één punt 1,6 M. + Z. P. of 1,7 M. — A. P. De overige opgaven heb ik te danken aan de bereidwilligheid van den heer Lankelma, zij zijn als volgt.
In den Beemster 1, 1,25 en 1,75 M. -j- Z. P. of 3, 3 en 2,5 M. — A. P. (de zomerpeilen in de verschillende kleinere polders stemmen niet overeen). In den Purmer 1,6 en 1,85 M. + Z. P. of 2,5 en 2,25 M. — A. P. In den Haarlemmermeer 0,9 M. + Z. P. of 4 M. — A. P., in den Zuidplaspolder 0,6 M. + Z. P. of 5 M. — A. P. en in den Prins-Alexanderpolder 1,3 M. + Z. P. of 5 M. — A. P.
Op al deze plaatsen werd brongas verkregen, wat op de volgende punten niet (of slechts kunstmatig) het geval was.
Bij notaris Duker te Zuidscharwoude steeg het nog tot 15 c.M. + Z. P. of 1,15 M. — A. P. en leverde voldoende gas op om 1 pit met gloeikousje gedurende 7 uren te doen branden. Voor de geheele huishouding was dit zoo goed als niets. Evenmin welde het hoog genoeg op bij den heer Roghair te Purmerend.
In de melkfabriek „Hollandia" aldaar, de margarinefabriek „Kinheim" te Alkmaar en in de papierfabriek der heeren Van Gelder te Wormerveer, moet het water opgepompt worden en levert zoodoende nog voldoende gas