10. Vaste stoffen bepaald na afscheiding van het ijzer. 3 m.G. H3 N, 56 m.G. Ca S O4, geen H N O3.

11. 50 m.G. organische stof. Overvloedig C O2, Spoor H3N, geen HNO3, H2 S O* of H3 P O*.

12. 973 m.G. = 500 c.M3. CO2 per liter, 2,3 m.G. H3N. Geen HNO2, HNO', H2 S 0« of H3 P O*.

13. 418 m.G. = 215 c.M3. C O2 per L. Geen H3 N, H N O3, H2 S O4 of H3 P O*.

Eene opmerkelijke bijzonderheid van verscheidene dezer watersoorten zijn de vrij aanzienlijke hoeveelheden Na Cl, Na2 C O3 en Mg C O3, die meermalen worden aangetroffen. De verklaring van dit verschijnsel wil ik echter tot later uitstellen.

Van bovenstaande analyses had ik de 3 eerste te danken aan den heer C. G. Loomeyer Jr., apotheker te Haarlem.

N° 1 is van eene boring bij den stal en n° 2 van eene bij de villa van den heer Prins in den Anna-Paulowna-polder; n<> 3 bij het huis van notaris P. G. Duker te Zuid-Scharwoude.

Van de hand van Dr. Boeke te Alkmaar zijn de 5 volgende nummers, die echter, met uitzondering van n° 6, slechts een voorloopig karakter dragen en dus voor nauwkeurige gevolgtrekkingen minder geschikt zijn.

N° 4 en 5 hebben betrekking op de margarinefabriek „Kinheim" te Alkmaar, doch met eene tusschenruimte van verscheidene jaren. N° 6 en 7 zijn van eene gasbron in Den Beemster, niet nader aangegeven, eveneens op verschillende tijdstippen; n° 8 van de kaasfabriek te Midden-Beemster.

N° 9 is van het brongaswater der firma Sluis & Groot te Bovenkarspel (bladz. 156) en werd door den heer M. Van Breukeleveen te Delft onderzocht.

N° 10 werd mij door den ingenieur D. Drost verstrekt. De analyse werd verricht door den heer N. Van der Sleen te Haarlem van het water onder het veen in het Zwarteveldkanaal bij Vogelenzang (bladz. 159)*

Nos 11, 12 en 13 werden te mijnen behoeve met de meeste welwillendheid verricht op het laboratorium en onder toezicht van Prof. Bakhuis Rooseboom te Amsterdam. Het eerste is van den heer D. L. 't Hooft, aan den rand der Haarlemmermeer-droogmakerij (bladz. 158): het tweede van den heer P.De Hertog bij Oudshoorn (bladz. 159) en het derde van den heer P. J. Hoos, hoeve „Yvervrucht", aan den rand der Prins-Alexander-Droogmakerij, nabij Rotterdam (bladz. 160).

De onderlinge verhouding van gas en water, de opgeloste hoeveelheid, komt thans ter sprake.

Volgens eene opgave in n°. 9, is bij 130 C. en bij 760 m.M. kwikdrukking, de oplosbaarheids-coëfficiënt voor koolzuur