Hoofdstuk IV.

Samenstelling en Eigenschappen van het Brongas en het Brongaswater.

In den loop der laatste jaren is de samenstelling van het brongas van een aantal plaatsen onderzocht; ik laat hier de mij bekend geworden uitkomsten volgen.

Analyses van Brongas.

N°. CH< C 02 N O H CO Som.

1 91,8 8,2 N 100

2 83,6 16,4 £ 100

CD

3 79,7 20,3 g- 100

4 88,4 11,6 2. 100

5 86,5 9,1 4,4 | 100

6 84,6 9,2 6,2 | 100

7 79,7 i°,4 9 0,5 0,4 | 100

8 57,1 6 36,3 0,4 0,2 " 100

9 64,2 9,3 18,9 0,3 6,4 0,8 o,i 100

10 74,8 3,4 16,2 0,4 4,6 0,6 100

11 77 8 15 100

12 72,5 8 19,5 100

13 77 8,1 14,9 100

14 82,9 10,8 6,3 100

1—4 zijn van het brongas te Delft (verg. bladz. 147 en litteratuuropgave n°. 9).

5 is van den heer Noteboom te Delft (bladz. 15°)^ 6 en 7 zijn van het Bacteriologische Laboratorium te Delft, waar het gas eveneens van zelf van 15 M. diepte opborrelt, doch uiterst langzaam. 6 werd opgevangen in December 1896, 7 in September 1898.

8 is van den heer Hoos te Kralingen (water n°. 13), 9 van den heer Den Hertog te Oudshoorn (water n°. 12), 10 van den heer 't Hooft te Aalsmeer (water n°. 11), 11 van den heer Uitentuis te Purmer, 12 van eene bron in Den Beemster (water n°. 6 en 7), 13 van de Kaasfabriek te Midden-Beemster (water n°. 8) en 14 van Bovenkarspel bij Enkhuizen (water n°. 9).

De onderzoekers waren: i° wijlen Prof. Dr. C. A. Oudemans te Delft (1—4), 20 de heer M. Van Breukeleveen te Delft (5, 6 en 14), 30 Dr. J. E. Rombouts te Haarlem (11), 40 Dr. J. D. Boeke te Alkmaar (12 en 13). Eindelijk werden 7, 8, 9 en 10 geanalyseerd op het Scheikundige Laboratorium der Amsterdamsche Universiteit onder toezicht van Prof. H. W. Bakhuis Rooseboom, die mij daardoor zeer aan zich verplichtte, evenals ook de heeren Dr. J. D. Boeke en M. Van Breukeleveen voor de inededeelingen van niet gepubliceerde analyses.