Echte natuurwetten, in het land van P. De Hertog, grenzende aan bovengenoemde Poldervaart (zie hoofdst. II).
XXII. Droogmakerij „Zuidplaspolder" van 1339. Z. P. = 5,6 M. A. P., Rijnlandsboezem = 0,5 M. — A. P., Ringvaart = 1,7 M. — A. P., verschil 4—5 M-
57 ten Z. W. van Waddingsveen. 30—31 M. — A. P., stijgt tot
5 M. — A. P.
XXIII. Droogmakerij „Prins-Alexander-Polder" van 1874. Z. P. = 6,3 M. — A. P. Kralingsche Plas = 1,85 M. — A. P., verschil 4,5 M.
58. P. J. Hoos te Kralingen, hoeve Yvervrucht. 30,5 M. — A. P., stijghoogte 5 M. — A. P. 4800 en 60 L. = 1,25 %.
XXIV. 59. Fabriek van Melkproducten ,Hollandia", aan de haven te Vlaardingen. 13 nortonbuizen, tot 23—27 M. — A. P. Gezamenlijke opbrengst 82200 en±4iioL
= 5% Pel' uur- Het water welt °P tot *>2 — A" P' en moet dus °PSePomPt
worden; het gas wordt echter niet gebruikt.
C. Friesland.
Uit deze provincie kon ik slechts 4 opgaven verkrijgen, het brongas heeft hier trouwens weinig te beteekenen, zoodat het haast niet geëxploiteerd wordt. Bij Workum komt het van ongeveer 80, bij Ijlst van ongeveer 55 M. — A. P.
D. Buitenland.
Ook in Holstein werd door den heer Lankelma op verschillende plaatsen brongas aangetroffen, doch uitsluitend in de lage „Marschen", die met onze veen- en zeekleigebieden geologisch overeenstemmen. Het zijn de „ Wilster-, Dit-, Kremper- en Haseldorfer-Marsch. Ook bij Eiderstedt en aan de andere zijde der Elbe, van Stade tot Cuxhaven was dit het geval.
Te St. Margarethen in Holstein kwam het met de wel op 35 M. diepte te voorschijn uit eene grove grind met barnsteengruis. Het welde tot 0,5 — 1,5 M. boven den slootspiegel op, welk verschil klaarblijkelijk met de getijden der beneden-Elbe in verband stond. Daardoor wisselde ook de wateropbrengst af van 1200 tot 3000 L. per uuf, de gasopbrengst bedroeg 6 %.