kunnen verzameld worden, om geëxploiteerd te worden.
Nog in hetzelfde jaar vervaardigde hij eenen geheelen aanleg bij den landbouwer Zeeman, niet ver van DeutzenHof. De verlichting slaagde naar wensch, door het gebruik der bekende gloeikousjes, terwijl het gas ook over dag in de huishouding, met gaskomforen gebruikt werd. In den winter van 1896—97 heeft de heer Bleeker te Oudendijk bij Hoorn, het toegepast voor kamerverwarming met gaskachels en het voldoet daarvoor zeer goed.
Er zijn verschillende wijzen, waarop het brongas aan de oppervlakte komt.
In de eerste plaats uit eigen beweging, in de „natuurwellen". De meest bekende daarvan bevindt zich in den „Etersheimer Braakpolder", eene zeer kleine droogmakerij van het jaar 1631 nabij het station Oosthuizen, tusschen Purmerend en Hoorn.
Bij den wind-watermolen, die het poldertje droog houdt, ziet men een omheind stukje land en daarbinnen een drietal zeer moerassige plekken, grootendeels met vlotgras begroeid. In dit vlotgras komen weder plekjes voor, de eigenlijke brongas-wellen, met lichtgrijs schuim bedekt, dat kan worden aangestoken en eenige seconden brandt. Herhaaldelijk is reeds getracht ze met puin en grind vol te storten, doch te vergeefs, er kwam eene (correspon deerende?) hoeveelheid zand en modder naar boven en het puin zakte in de diepte. De heer Lankelma heeft de gasopbrengst gemeten, door er eenen, met water gevulden gashouder overheen te plaatsen en den tijd te bepalen, noodig om dien te vullen. De opbrengst bedroeg 250 L. per uur, het water steeg tot 1 d.M. boven het zomerpeil en kwam van eene diepte van 16,9 M. — A. P.
Ook in Den Beemster (aan den Kwadijker Weg), bij