J. H. F. Kohlbrugge. De resultaten der meteorologische waarnemingen op het Jang-gebergte. (Natuurk. Tijdschr. van Ned. Indie, LVIII, jaargang 1898, blz. 367—399).
In verband met mijn referaat omtrent het Jang-gebergte op Java in Deel XV, Afl. S van dit Tijdschrift, komt het mij van belang voor de verdere onderzoekingen van Kohlbrugge over den toestand van dat gebergte in het kort mede te deelen.
Gedurende een jaar — van 16 Febr. 1897 tot 6 Febr. 1898 — werden zelfregistreerende instrumenten op de hoogvlakte geplaatst, n.1. een hygrometer en een thermometer (die door een psychrometer werden gecontroleerd) en een regenmeter. Ofschoon er een enkele maal onderbrekingen voorkwamen, werden temperatuur en vochtigheid gewoonlijk om de twee uren gemeten. Zoo geven 4t48 waarnemingen der temperatuur en 3735 der vochtigheid voldoende gegevens om juiste gemiddelden te berekenen. De controle met den psychrometer geschiedde — door den grooten afstand — eenmaal 's weeks.
De gemiddelde temperatuur op i£ meter boven den beganen grond bleek te zijn i3°,94 C. De laagst waargenomen temperatuur was 30 C. (5 en 6 Aug.) en daarna meermalen 6° C. (terwijl door vroegere waarnemers wel eens minder dan 30 C. is gezien).
Zeker is de temperatuur dichter bij den grond, vooral op grasvlakten, wel lager. Ook de schommelingen zouden grooter geweest zijn, als de thermometer lager was geplaatst geweest. Nu bleek de gemiddelde dagelijksche schommeling te zijn 9°,4, hoewel in Juni, Juli en Augustus meermalen verschillen van 130 en 140 werden gevonden.
IJzel op het gras kwam meermalen voor en vier jagers waren door den invloed der nachtelijke koude gestorven (Locomotief, Dec. 1897), hoewel de thermometer in die dagen niet beneden f C. daalde. De temperatuur op den grond zal dus gemiddeld lager zijn dan die door de instrumenten is aangegeven.
Het gemiddeld verschil tusschen dag (10 uur 's morgens tot 4 uur 's avonds) en nacht (10 uur 's avonds tot 4 uur 's morgens) bedraagt 5 ,7. De laagste temperatuur komt voor van 's nachts 12 uur tot s morgens 6 uur. Dan klimt zij snel en blijft rijzen tot 10 ure 's morgens om daarna te dalen. De regenmoesson is veel warmer dan de Oostmoesson en Januari is de warmste maand van het jaar.
De verschillen in temperatuur zijn het grootst in den Oostmoesson. Zoo was het verschil tusschen de beide uitersten in Maart slechts 12 , in Augustus 180, terwijl de grootste op één dag waargenomen schommeling in Juli 170, in December slechts io° bedroeg. Op dagen met sterk