DE BOVEN-NICKERIE
ONDERZOCHT EN IN KAART GEBRACHT
DOOR
C. VAN DRIMMELEN,
Districts-Commissaris van Nickerie,
EN NAAR DIENS VERSLAG EN BIJEENGEBRACHTE GRONDEN EN GESTEENTEN BESCHREVEN
DOOR
Dr. H. VAN CAPPELLE.
Met kaart N°. I.
Het kan als genoegzaam bekend ondersteld worden, dat onze kennis van de geologische gesteldheid van de kolonie Suriname zich nog bijna uitsluitend bepaalt tot hetgeen ons de hoogleeraar K. Martin van zijn reis langs de rivier de Suriname van Paramaribo tot Toledo (1885) heeft medegedeeld >),-en dat wij van het overige gedeelte van Suriname zoo goed als niets met zekerheid weten. Het meest westelijke gedeelte, n. 1. het district Nickerie, waarover dit opstel zal handelen, is wel is waar tweemaal door natuuronderzoekers bezocht, n. 1. in 1854 door Dr. F. Voltz, medelid der Commissie, welke in opdracht had te onderzoeken, of Suriname ook geschikt was, om eventueel door Duitschers gekoloniseerd te worden en in 1885 door den bekenden Nederlandschen reiziger Dr. H. ten Kate, welke beide een tocht naar de
1) K. Martin, Bericht über eine Reise nach niederlandisch West-Indien und darauf gegründete Studiën, mit 4 Karten, zahlreichen Tafeln und Holzschnitten. II. Geologie. Leiden, Brill, 1888.
I