pijpjes rookend en met elkander keuvelend, uren lang baden." Ook verder op ziet men allerwege thermen. Hier zijn de oevers van het meer letterlijk bedekt met kokende bronnen, terwijl zich op een klein schiereiland in het midden ervan een Maoriplaatsje bevindt. Naar men zegt, zouden de inboorlingen juist deze plek hebben gekozen, wijl hun hier het koken der spijzen de minst mogelijke moeite kost. „Iedere hut", zegt een reiziger uit onzen tijd, Martin, „bezit zijn kookketel, door de natuur geschapen, zoo dicht bij de deur als welvoeglijk schijnt; en potten of manden met aardappelen, visch, vleesch en andere eetwaren worden in deze plassen gehangen, totdat de spijzen voor het gebruik geschikt zijn. Over eenige der heetste plekken van den grond worden groote steenen platen gelegd, waarop, met vochtig gras of kruiden bedekt, brood wordt gebakken; op andere platen, die minder heet zijn, strekken zich de luiaards uit, en gewikkeld in of bedekt met eene beddedeken, genieten zij Vulkaan's hitte op den koudsten dag. Indien de overvloed van heet water aldus de luiheid bij de inboorlingen bevordert, hij spoort ook tot zindelijkheid aan, daar beide seksen ten allen tijde in het water plassende gezien worden."

De noodzakelijkheid van te moeten werken, om in hunne levensbehoeften te voorzien, kennen deze lieden niet, daar de inkomsten, die zij van den staat en van de toeristen trekken daartoe ruim voldoende zijn '). Zij hebben het terrein als gemeen bezit in eigendom, en de regeering pacht het van hen. Aldus zijn ze in staat van hun inkomen als groote dames en heeren te leven, en daar zij geen werk te verrichten, noch voor iets zorg te dragen hebben, geven zij er den voorkeur aan zich te vermaken. Zij graven zwembassins uit, leiden het water van koude bronnen er heen, om dat der heete te temperen, en brengen hun half leven door met in het lauw warme water te lanterfanten. „Ik hoorde een geknor toen ik een dezer plassen voorbij kwam", zegt Froude. „Ik veronderstelde, dat het een varken was. Terwijl ik rond keek, zag ik een koperkleurig gelaat en dito schouders, een wit hoofd en een pijp, in den mond stekende. Zij vinden het bestaan onder zulke omstandigheden zeer dragelijk. Oude mannen, vrouwen en kinderen plassen er den geheelen dag rond; jonge mannen zwemmen in de warme hoeken van het meer. Nu en dan valt een kleine jongen of een klein meisje in een kokend gat, en de ouders zijn van verdere last met hen ontslagen."

1) J. Gibson, t. a. p. blz. 276.