snorren van een weefgetouw, het rollen van wielen, het ratelen van machines te hooren; en uwe verbeeldingskracht krijgt den indruk, alsof gij u in de nijverheidsafdeeling der hel bevindt, waar kunstenaars en werklieden , tot zwaren arbeid gedoemd, bezig gehouden worden. Ik kan het alleen vergelijken met iemands gevoel in eene ijzergieterij, waar men elk oogenblik vreest op een stuk heet ijzer te zullen trappen, met een staaf wit-gloeiend ijzer doorboord, voor een speenvarken gehouden en hals over kop in een oven geworpen, of op eenigerlei andere wijze gebraden, gekookt en verminkt te zullen worden."

Van de beide bassins der Fireholeriver is het Opper-geijsergebied het voornaamste en telt niet minder dan 26 bekende geijsers. Van het Z. uit komende, wordt onze aandacht het eerst in beslag genomen door den 01(1 Faithful, die zich op eene hoogte bevindt, waaromheen vier andere kegels zijn gelegen, die waarschijnlijk eenmaal als geijsers gewerkt hebben. Verschillende holen, waaruit voor een deel stoom ontsnapt, liggen op den heuvel van den Old Faithful, evenzoo talrijke kleine plassen en vijvers, wier water zoo doorschijnend is, dat vele bezoekers hun naam in een stuk kiezelsinter uitsnijden en dit vervolgens in het water werpen, waar het op den bodem blijft liggen, en de naam voor een ieder leesbaar is. De^e geijser is waarschijnlijk van jongen datum en heeft talrijke erupties, die zich kenmerken door groote overeenstemming in verschijnselen en in rusttijd. Prachtig gekleurde afzetsels omringen de monding. „De uitbarstingen beginnen met een sterkere dampontwikkeling, waarop onmiddellijk een waterstraal volgt, die na herhaalde stooten eene hoogte van 125 vt. bereikt, vergezeld van een woest, sissend geluid, terwijl groote stoommassa s zich tot 500 vt. verheffen. Regenbogen spelen rondom deze ontzagwekkende bron; het water, dat als een diamantenregen neervalt, stroomt dampend langs de hellingen omlaag en naar de rivier toe. Nadat het spel circa 5 minuten geduurd heeft, vermindert het trapsgewijze in kracht, eindelijk verdwijnt het water geheel, en alleen eene dampzuil blijft uit den krater opstijgen, totdat na 50 minuten eene nieuwe uitbarsting begint" !). Merkwaardig is deze geijser vooral hierdoor, dat hij van het oogenblik zijner ontdekking af zijne erupties met groote stiptheid herhaalt, terwijl alle andere van jaar tot jaar veranderingen ondergaan; zoo had de Reus, dien wij aanstonds nader zullen leeren kennen, in 1871 nog twee erupties per dag, thans niet eens meer twee per maand. De Splen-

1) Dr. Peale in Haydens Twelfth nnnual report, bh. 221.