werpen, en welke men met den IJslandschen naam van geyser aanduidt.
Men telt er meer dan zes duizend eruptiemondingen, en nog is de streek slechts onvoldoende onderzocht." ') De lezer wachte zich wel hier, door den naam misleid, aan een park te denken, daar dit gebied eene oppervlakte beslaat veel grooter dan die van ons land (2288 acres, d. i. circa. 5000 vierk. kilometers) en samengesteld is uit tallooze ,,parks of open plaatsen, hooge bergketenen, grillige rotspartijen en schoone meren, terwijl het doorstroomd wordt van onstuimige, talrijke watervallen en canons vormende rivieren en bedekt is met duizenden heete bronnen, fumarolen e. a. vertegenwoordigers eener verzwakte vulkanische werkzaamheid. Het aantal bekende geijsers bedraagt hier niet minder dan 7 5, terwijl bij nader onderzoek nog menige heete bron zal blijken periodieke uitbarstingen te ondergaan, of m. a. w. een geijser te zijn.2) Zooals bekend, ligt het terrein meer dan 7000 vt. boven den zeespiegel en vormt een deel der waterscheiding tusschen den Atlantischen en den Grooten oceaan. In 1871 en 1872 werd 'tvoor het eerst wetenschappelijk onderzocht, en onmiddellijk daarna het gehéele gebied door de regeering der Unie tot nationaal eigendom verklaart, ten einde dit wonderland te vrijwaren tegen het vandalisme van speculanten, die er misschien praktisch voordeel uit mochten willen trekken. Wel bestonden reeds vóór dien tijd berichten er over, zooals van John Coulter uit het jaar 1810 en van James Bridger uit 1844, doch daaraan werd, evenals eenmaal aan de mededeelingen van Herodotes en Mar co Polo, eenvoudig geen geloof geslagen, zoo wonderbaarlijk luidden hunne verhalen. Toen echter door het bovengenoemde wetenschappelijk onderzoek der Geological Survey de waarheid ervan gebleken was, trok het Yellowstone-National-Park weldra een stroom wetenschappelijke en pleizierreizigers tot zich, waarvan
1) .T. Leclercq, La terre des merveilles, promenade au pare national de VAménque du Nord. Paris 1886, blz. 14.
2) Een ieder, die deze schoone landstreek nader mocht willen leeren kennen, raden wij aan kennis te maken met het Twelfth annual report of the U. S. Geolog. and Geogr. Survey of the territories. A report of progress enz. by F. 7 . Hayden, H ashington 1883, dat zich zoowel door de uitvoerige, grondige beschrijving, als door de voortreffelijke kaarten, de uitstekende schetsteekeningen en honderden prachtige platen aanbeveelt. In het tweede deel worden niet minder dan 200 heete bronnen en V l geijsers vermeld en voor een goed deel afgebeeld. Natuurlijk bezit ook het degelijke werk van Fr. Ratzel, Die Vereinigten Staaten von Nordamerika, dl. IPhysik, Geogr. und Naturcharakter, Munchen 1878 hooge waarde, maar toch is het niet met het vorige te vergelijken.