dit eiland verre in den schaduw stellen: het noordelijk eiland van NieuwZeeland en het gebied der Yellowstone-rivier in den staat Wyoming (Vereenigde Staten van N. Amerika). Terwijl op IJsland slechts twee aanzienlijke geijsers gevonden worden, de Groote Geijser en de S/rokhr, de overige, als de Kleine Geijser, de Roode Geijser, de Uxahver e. m. a. van ondergeschikt belang zijn, komen in de beide andere streken, vooral in de laatstgenoemde , de geijsers in zulk aantal en zooveel varieteiten voor, dat hier de natuurkundige of geophysicus stellig gelegenheid zal vinden, door onderzoekingen in loco het geijservraagstuk zijne oplossing nader bij te brengen. Want hoeveel theorien men daaromtrent ook al heeft opgebouwd, geene enkele heeft de algemeene goedkeuring mogen verwerven van hen, die bevoegd zijn in deze kwestie mede te spreken.

Daar de geijsers van IJsland reeds op eene andere plaats') hunne beschrijving hebben gevonden, willen wij ons terstond tot die der Unie wenden.

HOOFDSTUK I.

Zooals bekend, is Amerika het werelddeel, dat alles op een grooten en vaak ook grootschen voet drijft, dat in alle levensuitingen van land en volk iets reusachtigs te aanschouwen geeft. Niet het minst blijkt ons dit uit zijne natuurwonderen. Om bij ons onderwerp te blijven, behoeven wij slechts een blik te slaan op het voormalige territorium Wyoming in het westelijk deel der Vereenigde Staten van N.-Amerika, waar men in het uiterste N.W. het bekende Yellowstone-National-Park vindt, waarin op een beperkt terrein meer natuurschoon vereenigd is, dan op eenige andere plek der aarde. De meeste reizigers toch stemmen daarin overeen, dat het onmogelijk is, al de schoonheden, welke hier het oog boeien en den geest der bezoekers geheel in beslag nemen, te beschrijven, dat men deze noch in woord, noch in beeld voorstellen, maar alleen zien en genieten kan. In een der jongste beschrijvingen van dit merkwaardige gebied heet het, dat het een verrukkelijke streek, een terrein vol wonderen is, „een land, waar de natuur al hare krachten schijnt te hebben willen in werking zetten en al hare heerlijkheden ontwikkelen. Het vloeit over van vulkanische verschijnselen en biedt het verrassende schouwspel aan van die intermitteerende bronnen, welke zuilen kokend water in de lucht

1) In "de Natuur", Jaarg. 1890. Aft. 6.

29