den door Voorzitter en Secretaris geteekend, alsmede door Dr. Ten Kate, ten blijke dat de inhoud ervan hem bekend is en dat hij de verplichting op zich neemt zich dienovereenkomstig te gedragen. Een der exemplaren wordt in het archief des Genootschaps opgenomen en het andere aan Dr. ten Kate ter hand gesteld.

Amsterdam, 25 Juli 1890.

Het Bestuur van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.

(gei.) W. F. Versteeg, Voorzitter, (get.) J. JE. C. A. Timmerman, Secretaris.

Handteekening van Dr. II. F. C. ten Kate.

(get.) H. F. C. ten Kate.

VERSLAG van de Bibliothecarissen van het Kon. Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.

Tot hiertoe werd in de jaarlijksche Algemeene Vergadering van ons Genootschap eigenlijk geen verslag uitgebracht omtrent den toestand van de Bibliotheek en de Kaartenverzameling. De oudste Bibliothecaris, Dr. Dornseiffen, vestigde in den regel de aandacht op een paar merkwaardige kaarten, waarmede de verzameling, die onder zijn zorgvuldig beheer stond, was verrijkt; terwijl de jongste, Dr. Rogge, er soms iets aan toevoegde over de boekerij. Indien Bibliothecarissen u voortaan ter vergadering ook hun verslag aanbieden, dan is het zeker niet om nog meer van uw geduld te vergen. Het zakelijk deel van dit verslag, de lijsten der verworven boeken en kaarten, is reeds vooraf onder de oogen der leden gebracht, zoodat voorlezing hier overbodig is. Doch het Huishoudelijk Bestuur acht het van groot gewicht, dat de beheerders van twee zulke kostbare bezittingen van ons Genootschap althans eens in het jaar daarop meer opzettelijk de aandacht vestigen. Wij doen dit heden door te wijzen èn op bovengenoemde lijsten èn op de onlangs verschenen „Lijst van boeken", die den Catalogus van de geheele boekerij omvat.

Wat de eerste betreft, wederom blijkt u, dat wij bijna uitsluitend van giften leven. Als de Departementen van Openbaar Bestuur en een paar leden ons niet hadden bedacht; als de kaarten van wijlen de Maatschappij Felix Meritis niet aan ons waren afgestaan, had de kartograaf geen titel