zwaren en moeielijkheden welke ook daarbij niet zijn uitgebleven en op enkele waarvan (nl. de vijandige stemming der bevolking) boven reeds werd gezinspeeld.

Bijlage.

OPDRACHT aan Dr. H. F. C. ten Katetot het instellen van anthropologische en ethnologische onderzoekingen op het eiland FLORES.

Het Bestuur van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap heeft de eer den heer Dr. H. F. C. ten Kate uit te noodigen zich in het najaar van dit jaar te begeven naar Nederlandsch Oost-Indie, ten einde aldaar anthropologische en ethnologische onderzoekingen in te stellen op het eiland Flores, en zulks ingevolge het Besluit van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië dd. 5 Mei 1890, N°. 1, waarbij aan het Genootschap, voor het jaar 1890, eene subsidie is toegekend van ƒ5000, en in verband met de omstandigheid dat van de subsidies, welke het Genootschap voor de jaren 1888 en 1889, ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek van genoemd eiland, van de Regeering ontvangen had, nog gelden beschikbaar zijn.

Het zal aan Dr. ten Kate vrijstaan zijne onderzoekingen zóó in te richten als hem het best zal voorkomen, met dien verstande dat hij zal streven naar de grootst mogelijke volledigheid en dat door hem ethnographische en, zoo mogelijk, natuurhistorische verzamelingen zullen worden aangelegd, welke bestemd zijn voor de Rijks Musea te Leiden. Voor laatstgemeld doel zal hem eene som van duizend gulden worden toegekend, terwijl hem verder, vóór zijn vertrek naar Indie, zes duizend gulden zullen worden uitbetaald, waarvoor hij alle kosten voor zijne reizen van Nederland naar Flores en terug, alsook voor zijn verblijf en zijne reizen op dat eiland zal hebben te dragen. De duur van het onderzoek — met inbegrip der heen- en terugreis van en naar Nederland — is daarbij door het Bestuur gerekend op omstreeks een jaar. De heer Ten Kate verbindt zich verder van tijd tot tijd berichten omtrent den stand zijner werkzaamheden aan het Bestuur te doen toekomen, welke dan in het Tijdschrift zullen worden opgenomen. Na zijn terugkeer zal hij een verslag indienen, dat eveneens gepubliceerd zal worden.

Deze opdracht wordt in tweevoud opgemaakt; beide exemplaren wor-