De geldelijke middelen, waarover beschikt kon worden, waren van dien aard dat de heer Planten het niet dan met veel overleg en zuinigheid zoover heeft kunnen brengen dat zijne taak geheel voltooid is geworden '). De kustomtrekken van alle eilanden (behalve die van het verder afgelegene Koor), zijn volledig opgenomen en in kaart gebracht; tallooze peilingen werden in de tusschenliggende straten gedaan, zoodat de vaarwaters om de eilanden overal geheel bekend zijn; alle bergtoppen op Groot-Kei en alle plaatsen en kampongs langs de kusten der eilandengroep zijn op de kaart aangegeven; talrijke goedgeslaagde photographieën van land en volk zijn door den heer Planten medegebracht; de meteorologische waarnemingen hebben geregeld plaats gehad en bevatten een belangrijk materiaal voor de kennis dier afgelegen streken; eindelijk is eene volledige verzameling ethnographische voorwerpen van de Keieilanden ter beschikking gesteld van het museum voor land en volkenkunde van de Nederlandsche Koloniale Vereeniging, dat gevestigd is in de lokalen van het genootschap „Natura Artis Magistra" te Amsterdam. Die verzameling is van zooveel waarde omdat de oostelijke eilanden van den Indischen Archipel in ethnographisch opzicht nog zoo slecht vertegenwoordigd zijn in onze musea.
De kaart en het verslag van den heer Planten zullen, zoo spoedig de omstandigheden het toelaten, in het Tijdschrift gepubliceerd worden; de meteorologische waarnemingen zullen worden aangeboden aan het Koninklijk Meteorologisch Instituut te Utrecht, met verzoek een overzicht der resultaten aan ons Genootschap te willen doen toekomen ter opneming in het Tijdschrift. Verder heeft de heer C. M. Pleyte, conservator van het bovengenoemde museum voor Land- en Volkenkunde, welwillend op zich genomen, afbeeldingen te vervaardigen van de verzamelde ethnographica en daarbij eene beknopte beschrijving te voegen; terwijl het Bestuur bovendien overweegt in hoeverre het mogelijk zal zijn de belangrijkste photographieën te laten reproduceeren. Een en ander zou dan wellicht, met een kort overzicht van de geschiedenis der expeditie en van de verkregen resultaten, ook als afzonderlijke uitgave, in den handel verkrijgbaar gesteld kunnen worden.
1) Dit verdient te meer waardeering daar de heer Ad. Langen, op wiens aansporing de expeditie indertijd is begonnen en die daaraan zijn steun had toegezegd, zijne beloften tot dusver niet geheel is nagekomen. Na het vertrek van den heer Langen en later van diens administrateur, ontving de heer Planten geen levensmiddelen en geen geld voor de arbeiders meer. De rekening was dus nog niet afgesloten; zeer is het te hopen dat zulks alsnog door den heer Langen gedaan zal worden.