der Dedemsvaart. Boringen tot ± 2 M. diepte onder het oppervlak der laagste plaatsen ten Z. van de Dedemsvaart, ongeveer tusschen de genoemde sluizen; de vroeger in deze streek aanwezige inundatiewerken, om den vijanden het binnenrukken in het tegenwoordige Drente langs dezen weg te beletten, wijzen er op, dat het verband dezer hoogvenen, noch aan het oppervlak ten N. van Vinkebuurt tot den noordwal van de Dedemsvaart, noch onder het oppervlak van dit terrein bestaan heeft. Het vroegere, thans geheel verdwenen fort even ten N. van de Balkbrug, nabij den tegenwoordigen Katinger molen wijst er op, dat daar vroeger eene tange was, die den weg baande tot Drente. Boringen tot ± 2 M. diepte onder het oppervlak der laagste plaatsen in het terrein ten N. der Balkbrug gaven mij niets, waaruit bleek, dat het verband dezer hoogvenen ten N. der Dedemsvaart onder den grond door eene hoogveen-veenstofFen-formatie werd gevormd.
Eene putboring nabij de Balkbrug tot 32,60 El (0,68 M. = 1 El) leverde niets anders dan zand, grint, diluviaal-keien en vuursteenen. De bovenste lagen van het zand dier putboring-monsters waren door molm of mul bruin gekleurd. De lagere zandmonsters waren glinsterend en bevatten somwijlen korrels met duidelijke kristalvlakken. De diluviaal-keien hebben volkomen overeenkomst met die uit het Scand. diluvium, terwijl de vuursteen-stukjes overeenkomen met die, welke men even ten N. van de Reest aan den zandweg naar Zuidwolde (Drente) vindt. De rolsteenen werden gevonden op diepten van 17,80—18,60 El onder het oppervlak, dat daar ongeveer op 6,3 M. -j- A. P. ligt. Op 20,50 en 22,50 El onder 't oppervlak vond men een paar stukjes veenstoffen, die, hoewel meer in ons diluvium voorkomend, ik toch gaarne zoo willen hebben vergeleken met die, welke men op Urk gevonden heeft; doch dit materiaal ontbreekt. De bedoelde veenstoffenstukjes kunnen echter moeilijk als getuigen van het verband dezer hoogvenen optreden. Deze monsters dier boring zijn aanwezig bij den heer Breukel, die mij welwillend inzage toestond; — een verder onderzoek kon tot dusver nog niet worden ingesteld. — Ook benoorden de Balkbrug leverde het terrein dus niets op, dat op een vroeger verband dezer hoogvenen wijst, zoodat ik meen te mogen besluiten, dat het hoogveen van Staphorst—Rouveen—Zuid Kievitshaar en dat van Ommerschans—dorp Dedemsvaart—Hoogeveen nooit met elkaar verbonden geweest zijn, wat volgens het citaat van Staring wel het geval zou zijn geweest.