vlakten der tusschen de assen en de chorigraphische kromme gelegene ruimte (welke met den planimeter wordt bepaald), door de projectie der kromme op de abscissen-as, d. i. door het getal dat de grootte der vastelanden aangeeft, in millioenen qkm.

Op het eerste gezicht heeft Rohrbach's methode iets te kunstmatigs, waarbij nog komt dat de berekening waarvan hij uitgaat, alleen gevolgd kan worden door hen die hoogere wiskunde hebben beoefend. Neemt men echter de resultaten daarvan, als gegeven, tot uitgangspunt dan is er veel voor zijne constructie te zeggen; de kromme lijnen geven eene duidelijke voorstelling en berusten op wiskundigen grondslag. Zeer leerzaam is ook de constructie der aequidistante lijnen op den aarbol, d. w. z. der lijnen welke op 600 km. onderlingen afstand van de kusten, evenwijdig aan de kustlijn zijn getrokken. Op de kaart van Europa (T. 7} bedragen de afstanden 100 km. Men vergelijke bijv. op de wereldkaart Europa met Australië, en beschouwe bij Azie de richting der eerste aequidistante (die van 600 km.) ten opzichte der groote schiereilanden in het Zuiden. Het nagaan der kustlengte, dat altijd met vele bezwaren gepaard ging en ruimte voor willekeur liet, wordt door deze constructie vermeden; de getallen die men verkrijgt zijn te gelijkertijd afhankelijk van gedaante en grootte der landen, enz. De methode kan ook toegepast worden op bijzonderheden der kustgesteldheid zoodra men kleinere gedeelten der aarde beschouwt; rivieroevers kunnen bijv. als kustlijnen beschouwd worden voor zoover de rivieren bevaarbaar zijn, enz.

De schrijver wijst ook op de denkbeelden door Hahn, in het boven door mij genoemde artikel over eenige opgaven der v.erkeersgeographie en statenkunde, uitgesproken over de beteekenis van de bestudeering der horizontale gesteldheid.

In nauw verband met het voorafgaande staat de bestudeering der eilanden en schiereilanden, waarmede zich in de laatste jaren vooral W a 1lace, Hahn, Ratzelen Richthofen hebben bezig gehouden *). Ook hierbij doen zich vele zeer lastige vraagstukken voor, die alleen door samenwerking van verschillende wetenschappen zullen zijn op te lossen; eene omstandigheid die eigenaardige bezwaren oplevert. Verschillende gezichtspunten kunnen daarbij op den voorgrond gesteld worden: de

l) A. R. Wall ace, lslcind Life. London 1880. F. G. Hahn, Inselstudien. Leipzig 1883.

F. Rat zei, Anthropo-Geographie. Stuttgart, Engelhorn, 1882. F. von Richthofen, Führer enz. Zie boven.