richting der wegen langs de kust berusten; waarom het zoogoed als onmogelijk is langs de kusten van Noorwegen en Westelijk Schotland spoorwegen aan te leggen, terwijl aan de oostkust van laatstgenoemd land, langs de „firths", overal wegen zijn aangelegd en de aanleg van bruggen over die zeearmen daar, zoo niet gemakkelijk, dan toch op vele plaatsen mogelijk is.
Hahn onderscheidt, bij zijne onderzoekingen der kusten van Europa, het Noorweegsche, het Asturische , het Cimbrische, het Zweedsche, het Mediterrane, het Normandische, het Gasconsche, het Friesche, het OostPruisische en het Yenetiaansche kusttype. Fischer wijst op den invloed dien de krachtige branding op de kusten van Algerië heeft en op de groote moeielijkheden welke de scheepvaart daar, vanaf de vroegste oudheid, ondervonden heeft, ook tengevolge der hevige stormen uit het Noordwesten, die tevens de branding nog krachtiger maken'1). Hij beschrijft de „Abrasionsktlste" bij Tipaza en toont aan dat de kust van Algerië, op vele punten voortdurend teruggaat, onder den invloed der branding. Tengevolge der vereenigde werking van wind en golven liggen de plaatsjes aan de kust nagenoeg alle aan den westelijken hoek der bochten, beschermd door de talrijke, ver vooruitspringende voorgebergten welke bestaan uit oude kristallijne gesteenten nl. gneisen, granieten en leien of wel uit jongere eruptieve gesteenten, vooral bazalt; bij uitzondering uit harde en vaste nummulietenkalk. Uit Fischer's onderzoekingen leeren wij ook den oorsprong dtr vlakke en moerassige kusten van Toscane en van Zuid-Frankrijk kennen; wij begrijpen hoe het komt dat de kust ten O. van den Rhönemond steil is en vele goede havens telt, zoodat daar reeds in de oudheid zeeplaatsen bestonden, die thans nóg aan zee liggen; terwijl de plaatsen der oudheid ten W. van de Rhöne tot landsteden zijn geworden, tengevolge van den voortdurenden aanvoer van vaste stoffen door de van het Oosten komende zeestrooming die het zand en slib der Rhöne medevoert 2).
Ik wensch ook nog eenigen oogenblikken stil te staan bij enkele publicaties van den laatsten tijd, waarin het vraagstuk der veranderlijkheid
1) Die -windrichting wordt "de timmerman van Majorca" genoemd, omdat het strand en de havens van Algerië, tijdens de stormen uit het N.W., met wrakken van schepen bedekt zijn. De aanleg en het onderhoud van havenwerken, aan die kusten, stuiten op zeer groote bezwaren en verslinden jaarlijks aanzienlijke sommen.
2) Het werk van den geoloog Penck, over de morphologie der aardoppervlakte, dat deel zal uitmaken van de serie van Ratzel's «Bibliothek Geographischer Handbücher", belooft uit een geographisch oogpunt zeer belangrijk te zijn.