tatie, getijden, temperatuur in het binnenste) en de aardkorst (niveauveranderingen , vulkanisme, bergvorming, dal en kustvorming, erosie, grondwater, meren, gletschers, ijstijd). Over het aardmagnetisme geeft bchering een afzonderlijk hoofdstuk, evenals Toula over den geognostischen bouw der aardoppervlakte, Krümmel over de oceanographie enz.')
Bij zulk eene verscheidenheid van onderwerpen is er geen sprake van dat ik een zelfstandig bewerkt overzicht der litteratuur kan geven. De vakman en, in het algemeen, ieder die een volledig en kritisch overzicht der nieuwere werken over eenige wetenschap verlangt in te zien, neme het geographische jaarboek en Peterm. Mitt. ter hand. Mijne bedoeling is geene andere dan, ten behoeve der vele lezers van ons geographisch tijdschrift, voor wie een algemeen overzicht der hoofdzaken voldoende is 2), eene schets te geven van de wetenschappelijke beweging der laatste jaren op het terrein der zoogenaamde algemeene aardrijkskunde, en die schets aan te vullen met beknopte bibliographische verwijzingen. Dat zulk een elementair overzicht in ons tijdschrift op zijne plaats is zal men wel willen toegeven, maar tevens zal men het begrijpelijk vinden dat ik langen tijd geaarzeld heb alvorens ik besloot tot de samenstelling ervan over te gaan.
Laat ons aan de overzichten betreffende de vorderingen der geophysiek in WGJ.3), eenige mededeelingen ontleenen aangaande de internationale aardmeting.
Gelijk bekend is was het doel der in 1861, op aansporing van den Pruisischen generaal V. B a e y e r, 4) in het leven geroepene Europeesche
1) Vlg. ons tijdschrift 1889, M., p. 627.
2) Ik vestig de aandacht op eene opmerking van Rudolph en Hergesell (t. a. p., p. 126), betrekking hebbende op de door de Redactie van WGJ. gedane varwijzingen naar het Litteraturberii'ht in Pet. Mitt., hoewel hun overzicht geheel onafhankelijk daarvan is opgesteld. »Es geschieht dies (nl. die verwijzing) wesentlich im Interesse der geographischen Leser, welchen manchen der hier citierten Originalquellen nur schwer zuganglich sein dürften." Van dat Litteraturbericht heb ik dan ook, bij de samenstelling van mijn overzicht, een ruim gebruik gemaakt.
Verder verwijs ik den belangstellende, wien het te doen is om een werk waarin de verschillende vraagstukken wetenschappelijk worden besproken en tevens een volledig overzicht der litteratuur wordt gegeven, naar Günther's Geophysilc, waarvan het eerste deel in 1884, het tweede in 1885 is voltooid, zoodat de publicaties van den laatsten tijd daarin niet voorkomen.
3) WGJ. 1889, p. 101 vlg.
4) J. J. v. Baeyer. Ueber die Figur und Grösze der Erde. Berlin 1861. Zie Epstein's Geonomie, p. 202 en G ü n t h e r, Ilandbuch der mathematischen Geogra-
4