w

loga enz. Ik heb evenwel steeds de meer gebruikelijke namen gebezigd.

Hoe 't bestuur onder de oude radja's was ingericht, in Gorontalo voornamelijk vertegenwoordigd door de Monoarfa s, in 'trijk van Limbotto door de Olii's, kan blijken uit de door mij boven aangehaalde beschrijvingen.

De kronieken vermelden dat na eeuwenlange oorlogen tusschen al deze rijkjes onderling, waarbij Gorontalo en Limbotto steeds vijandig tegenover elkander stonden, het eindelijk mocht gelukken den vrede tot stand te brengen. Ter bezegeling van het toen gesloten verbond zijn twee zware gouden ringen ineen gesmeed, en werd er overeengekomen dat zoolang die ringen niet ontschakeld zouden zijn het gesloten verbond zou worden gehandhaafd. Daarop heeft men die ringen 's nachts met veel plechtigheid op de diepste plaats van het meer van Limbotto doen zinken. — Sedert is de vrede niet meer verstoord geworden. — Bij redevoeringen van de zijde der inlandsche hoofden worden Gorontalo en Limbotto steeds in één adem genoemd, en de gezamenlijke hoofden aldus aangesproken: „toewan toewan marsaoleh Gorontalo—Limbotto, Limbotto—Gorontalo /" en zulks om de onverbreekbare goede verstandhouding aan te duiden. — Om deze zelfde reden is, bij eene vergadering der gezamenlijke hoofden van beide rijkjes, de volgorde steeds zóó, dat naast een hoofd van Gorontalo altijd een van Limbotto is gezeten.

Reeds meer dan 30 jaren was het de bedoeling der regeering geweest aan het zelfbestuur der vorsten, voor zoover de Holontalo-landschappen betrof, een eind te maken.

In het Koloniaal-verslag van 1888 komt over deze aangelegenheid het volgende voor. „In de Gorontalosche landschappen, waar al sedert ja„ren, buiten den djoegoegoe (rijksbestierder) ter hoofdplaats Gorontalo, „geen radja's of andere rijksgrooten meer in functie zijn, daar hunne „achtereenvolgens opengevallen plaatsen opzettelijk onvervuld waren „gelaten, in verband met de nog steeds in beraad gebleven quaestie „der invoering van 's Gouvernements rechtstreeksch bestuur aldaar, is „het zelfbestuur dientengevolge in handen gekomen van de marsaoleh's „(distriktshoofden). Die toestand leidde tot velerlei misbruiken en in „1885 nam de toenmalige assistent-resident het initiatief tot het ont„werpen van verschillende regelingen om aan die misbruiken, waar„door de Gorontalosche landschappen steeds meer achteruit gingen, een „einde te maken. Die regelingen hadden betrekking op het inwendig „bestuur der distrikten, op verschillende kampongbelangen, op de bemerking van sawah's en tuinen en het onderhoud van wegen, op de

1