opneming of eene triangulatie had plaats gehad zou de kwestie weder onbepaald doen uitstellen, ja misschien „ad calendas graecas" verschuiven.— Gedachtig aan het spreekwoord „le mieux est souvent 1'ennemi du bien" aarzel ik dan ook niet te geven wat ik met de mij ten dienste staande middelen geven kan. Hoewel het later dus waarschijnlijk blijken zal dat de door mij geleverde kaarten voor verbetering vatbaar zijn, zoo geven zij toch, naar ik hoop, eene duidelijke geographische voorstelling en zijn althans voldoende om de beschrijvingen van Von Rosenberg en Riedel beter te kunnen volgen.
De kaarten zelve behoeven geen nadere toelichting; alleen wachte men zich er voor zich de negorijen in de Gorontalo-landschappen voor te stellen als de dessa's op Java. — Alleen op de hoofdplaatsen vindt men'geregeld aangelegde dorpen, van straten doorsneden. Overal elders liggen de huizen verspreid in de aanplantingen. Zoo vindt men bijv. langs den grooten weg van Gorontalo naar Limbotto, van af paal 2 tot paal 8, eene onafgebroken rij erven van huizen voorzien, behoorende tot verschillende kampongs, zonder dat het op het oog te zien is waar de eene kampong begint en de andere uitscheidt. — Met de cirkeltjes op de kaart worden dan ook slechts de centra van de verschillende negorijgronden aangeduid.
Een woord van dank zij hier gebracht aan den kontroleur Jhr. van Raders, die mij welwillend gegevens leverde om de ligging der eilandjes langs de Noordkust nauwkeurig te bepalen.
De vijf Gorontalo-T\}Y&!\ „lima-lopahalaü" of „vijf gebroeders" waren ie Gorontalo of Holontalo; 2e Limbotto of Limoeto; 3e Bone; 4e Baoelemo of Boalemo en 5e Atinggola of Andagile.
Het rijk van Gorontalo bestond uit de marsaólehschappen Kota, Kabila, lapa, Telaga en Pogoeat.
Dat von Limbotto uit de marsaólehschappen Tibawa, Kwa?idang, Batoedaa en Pagoejama. >
Dat van Bone uit de marsaólehschappen Bone, Soewawa en Bintaoena.
De rijkjes Atinggola en Baoelemo waren zoo klein dat van eene onderverdeeling geen sprake kon zijn.
Dat deze marsaólehschappen vroeger door den echten Gorontalees met andere namen (waarschijnlijk die der oorspronkelijke stammen) werden aangeduid, welke namen men nu nog wel eens een enkele maal hoort bezigen, vermeldt Riedel reeds. Zoo heete Kota—Hoenginad, Kabila— Oewaboe, Telaga—Bilinggata, Bintaoena—Botoe- Toloetigoe, Bone— Tina-