men, zooals de heer Maidment doet. Waarschijnlijk behooren de koolhoudende sedimenten in de Zuid-Afrikaansche Republiek tot de zoog. Stormberg-beds, welke door alle onderzoekers voor mesozoïsch worden gehouden.

Uit de kaart en de profielen is de tektonische gesteldheid van het Witwatersrand-gebied duidelijk af te leiden. De oudste op den graniet rustende leiën zijn sterk opgericht, gestoord en gevouwen. De strekking dezer lagen is meestal ongeveer Oost-West. Dit geldt ook voor de veel minder gestoorde leiën en zandsteenen (4), waarin de goudhoudende conglomeraten voorkomen. Zij bezitten, even als de daarboven liggende groensteen, een in de hoogere lagen afnemende helling naar het Zuiden. De koolhoudende formatie eindelijk rust discordant en horizontaal op al deze oudere vormingen.

Zoowel langs- als dwarsverschuivingen zijn talrijk. In de nabijheid van Johannesburg veroorzaken geen van beiden belangrijke storingen, doch niet ver van Krugersdorp schijnen de verschuivingen èn door hun aantal èn door hun spronghoogte een geregelde exploitatie der goudhoudende conglomeraatlagen zeer te bemoeielijken.

Als oorzaak van de opheffingen en storingen der aardlagen in het Witwatersrand-gebied neemt Maidment de opheffende en tillende kracht van den graniet aan, die ten Noorden van den Witwatersrand voor den dag komt.

De in den tekst gegeven petrographische bizonderheden zijn niet altijd vertrouwbaar; zoo wordt bijv. op pag. 7 de diabaas van Klip-rivier genoemd „trachyte and dioritic greenstone".

Alles te samen genomen mag de kaart van Maidment een welkome aanwinst voor de geologische kennis van het Witwatersrand-gebied in de Zuid-Afrikaansche Republiek genoemd worden. Men zij echter zeer voorzichtig bij het raadplegen van den tekst en de legenda.

Molengraaff.

De heer Maidment heeft de hier besproken kaart aan het Genootschap ten geschenke gezonden; zij bevindt zich thans in onze bibliotheek.

Red.