geeringswege in deze richting mag verwacht worden en wijl de technische ondervinding, met den staatsspoorwegbouw op Java opgedaan, van dien aard mag geacht worden, dat de Regeering niet zal aarzelen in te grijpen in de ontwerpen voor Nederlandsch Borneo en Zuid-Sumatra.

Vergelijkt men deze ontwerpen, die te zamen nagenoeg drie duizend kilometer omvatten, met de ontwerpen in Britsch-Indië, waar opnieuw 16.000 kilometer spoorweg in ontwerp zijn, en het Britsche Parlement wederom vergunning gaf tot eene leening, waarbij opnieuw 240 millioenen guldens beschikbaar worden gesteld voor den bouw van nieuwe lijnen, terwijl het particuliere initiatief daarmede in Burmah, Siam, Tonkin en de Phillippijnen gelijken tred houdt, dan mag men deze ontwerpen slechts den eersten stap noemen, om naar alle richtingen de ontwikkeling van onzen Archipel te bevorderen, óók tot ontzachelijk voordeel voor Nederland zelf.

En juist omdat onder het tegenwoordige Bewind véél te verwachten is voor den vooruitgang van Indië, bied ik U reeds thans deze ontwerpen aan, wijl de voorbereiding tot de uitvoering ervan, — de eerste opname —, nog geruimen tijd zal vorderen, vóór dat men zeggen kan: „alles is gereed, om met den bouw een aanvang te maken.''

Beschouwen wij thans het ontworpen tracé een weinig van naderbij, dan blijkt, dat de spoorweg, ter lengte van nagenoeg 1800 kilometer, ten doel heeft, om de drie machtigste stroomen van Borneo te verbinden, en voor handel, verkeer, landbouw en nijverheid te ontsluiten.

Die rivieren, respectievelijk de Kapoeas, Barito en Mahakkam, vloeien naar West, Zuid en Oost, en hun loop is als van nature aangewezen, om door de ijzeren baan gevolgd te worden, waardoor deze laatste in staat is, de producten des lands zoowel aan de Chineesche Zee, — den grooten handelsweg van Europa naar Azië —; als aan de Java-Zee, — den grooten heirweg voor den binnenzeeschen handel van Nederlandsch Indië —; en aan de Straat van Makasser, — den grooten handelsweg van Australië naar China en Oost-Azië, ter bevrachting der groote zeeschepen aan te voeren.

Wanneer men zich dit even in de gedachten brengt, dan behoeft het geene nadere verklaring, welk eene verbazende ontwikkeling- deze lijn kan aanbrengen voor de groote scheepvaart van buiten en de nijverheid van binnen.

Met recht zou zij dan ook den naam kunnen dragen van Trans-Borneo-Spoorweg.

I