in, dat den vader der bruid werd aangeboden, en de verloofden dronken daaruit beurtelings palmwijn. Een huwelijk zonder deze plechtigheden werd niet behoorlijk voltrokken geacht en gaf aan de vrouw geen aanspraak op den eerbied, die aan een wettigen echtgenoot toekomt" '). Ook in het zuidwesten van Sumatra, bij de bewoners van Ipoe, Serampei en Soengei-tanang, zuid-oostelijk van Korintji, zal volgens Dare, voorheen het koppensnellen in gebruik zijn geweest. Jammer genoeg vermeldt deze berichtgever niet de reden waarom werd gesneld. Alleen blijkt, dat zij het voornamelijk op de hoofden hunner verslagen vijanden hadden gemunt. Viel een dezer, dan werd hem onmiddellijk het hoofd afgehouwen, dat op een piek gestoken, in triomf naar het dorp werd gebracht. Gedurende den thuismarsch werd het dan met scheldwoorden overladen 2).

Wanneer wij ons thans naar de eilanden ten westen van Sumatra wenden , dan komen de Niassers als koppensnellers allereerst in aanmerking. Voornamelijk waren de Zuid-Niassers hiervoor berucht. De redenen, die hen noodzaakten een sneltocht te gaan ondernemen, waren in hoofdzaak de volgende: ten eerste om te voldoen aan den uitersten wil van een hoofd, die het aantal koppen, die zijn graf moesten versieren, bepaald had en ten tweede om een hoogeren titel te kunnen aannemen. Vervolgens werden ook alle krijgsgevangenen onthoofd en hunne schedels als zegeteekenen in het raadhuis opgehangen, wat natuurlijk représailles, respectievelijk sneltochten, van de tegenpartij tengevolge had. Was tot zulk een tocht besloten, dan begaven zich drie of vier gewapenden in de nabijheid van een dorp, dat met het hunne in onmin leefde, ofwel, zij togen, wanneer dit niet het geval was, naar een stam eenige dagreizen in het binnenland wonende, van welken zij weinig weerwraak te duchten hadden. Daar verscholen zij zich in de ruigte of de glaga langs een pad of bij een bron; de eerste weêrlooze, die voorbijkwam of door medeplichtigen daarheen gelokt was, werd slachtoffer. Een lansstoot in den rug wierp hem terneder en onmiddellijk werd hem het hoofd afgehouwen , waarmede de moordenaars zich schielijk uit de voeten maakten, onder het prevelen van schietgebeden om zich de duivels van het lijf te houden 3). Waren zij ten slotte behouden teruggekeerd, dan werden zij

1) Veth, Het landschap Aboeng en de Aboengers op Sumatra, Tijdschr. van het Kon. Ned. Aardr. Gen., Dl. U, blz. 45—46. Marsden, o. c., blz. 297.

2) Dare, blz. 309, geciteerd bij A. B. Meyer, Der Schadelkultus im Ost Indischen Archipel und in der Südsee, Ausland, 1882, blz. 306.

3) V. Rosenberg en Nieu wen hu is, Verslag omtrent het eiland Nias, Verh. v.

h. Bat. Gen. v. K. en W., dl. XXV, blz. 29. Modigliani, Un viaggio a Nias, blz. 210. v. v.