DE SEOGRAPHISGBE VERBREIDING VAN HET KOPPENSNELLEN

IN DEN

OOST INDISCHEN ARCHIPEL

DOOR

C. M. PLEYTE Wzn.

In de volgende bladzijden wenschen wij een overzicht te geven van het koppensnellen, het zich ter sluik of in den krijg meester maken van het hoofd van een medemensch, zooals dit, tot voor korten tijd, bij de bevolking van Indonesië algemeen in zwang was. Tot voor korten tijd zeiden wij, want op den huidigen dag behoort deze barbaarsche gewoonte, die ten allen tijde zoozeer de aandacht getrokken heeft en reeds door de oudste berichtgevers in al hare geuren en kleuren werd geschilderd, dank zij het krachtig optreden van het Gouvernement in de eerste plaats en de Christelijke zending en den Islam vervolgens, nagenoeg tot het verleden , zeer zeker althans daar, waar zij hunnen invloed voldoende kunnen laten gelden.

Tempora mutanturl Ziehier eenige extracten uit de positieve orders van Amboina, die doen zien, dat de Oost Indische Compagnie er anders over dacht. Divide et impera was hare leus en getrouw aan deze, decreteerde zij, bij dispositie van den 6<len Februari 1681, den 19de" Juli 1683 en den i7den Januari 1698 «De regering behoeft zich dit moeskoppen niet heel zeer aan te trekken; moetende slechts het evenwicht tusschen beide partijen gehouden worden" '). Zij ging zelfs nog verder en moedigde in het geheim het koppensnellen aan, blijkens dispositie van den

27 Januari 1781 „Omdat de Compagnie zich in geene kwestien zou

wikkelen, is het eene zaak van omzichtigheid, den strand-Alfoeren consent tot een optocht tegen de bergmoeskoppers te geven. Het is goed, dat het opperhoofd van Hitoe daaromtrent, indien de strandvolkeren daarom verzoeken conventie gebruike, onder schijn, dat de Goeverneui niets daarvan weten moet". — Liep zulk een tocht voor de vrienden der Com-

1) Met beide partijen zijn hier de Pata-siwa en Pata-lima bedoeld.