van de toeneming der bevolking in die streken. En toch is dit blad nog niet het meest omgewerkt van de zes bladen, welke de kaart der Unie vormen. De lijst van publicaties, die bij de bewerking der kaart zijn geraadpleegd, bevat veertien nummers, onder welke de groote kaart die, onder leiding van J. W. Powell en H. Gannett, is vervaardigd naar de resultaten der geologische en geodetische opnemingen. Het oostelijk gedeelte is op de schaal van x 1625,000 en 1 : 125,000, het westelijke op die van 1 : 250,000.
Terecht zegt Habenicht dat men Stieler's Hand-Atlas zou kunnen beschouwen als „graphische Darstellung des jeweiligen kartographischen Standpunkts der Erde", en eene verzameling van de verschillende uitgaven als „entwickelungsgeschichtliche Darstellung der Vermessungs- und Entdeckungsarbeiten des neunzehnten Jahrhunderts". Niets pleit wellicht meer voor de met den dag toenemende behoefte aan kennis van de landen der aarde, ook bij het groote publiek, dan de groote afmetingen welke de verkoop van atlassen heeft aangenomen en het hooge standpunt onzer hedendaagsche kartographie; dat laatste is voor een groot deel het gevolg van het eerste en beide staan ook weer in verband met de goedkoope wijze van reproductie, waardoor de kaarten gemakkelijker dan vroeger binnen het bereik van vele koopers gebracht kunnen worden. Het spreekt daarbij vanzelf dat de opnemingen van regeeringswege in alle beschaafde landen en de talrijke ontdekkingsreizen in streken waar geen opnemingen plaats hebben de eigenlijke grondslagen voor de uitmuntende kaarten onzer tegenwoordige atlassen vormen. T.
Koloniale Kroniek. Koloniale literatuur, door J. K. W. Quarles van Ufford. Overgedrukt uit „De Economist" 1891.
De schrijver behandelt ditmaal l) de volgende werken: M. L. van Deventer, Het Nederlandsche gezag over Java en onderhoorigheden sedert 1811. — Mr. W. J. van Weideren Baron Rengers, Schets eener Parlementaire Geschiedenis van Nederland sedert 1849. — Levensbericht van Mr. A. J. Duymaer van Twist door Prof. P. A. van der L i t h. — Daghregister gehouden in 't Casteel Batavia van 't passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts India.
In „de Economist" van October 1891 bespreekt de heer Quarles de rede welke Prof. B. J. Stokvis op het in 1890 te Berlijn gehouden Inter-
1) Vlg. p. 527 van dezen jaargang van ons tijdschrift.