het tweede deel der verhandelingen van het voorgaande1); het eerste deel heeft in 1890 het licht gezien. Beide deelen bevinden zich in de bibliotheek van ons genootschap. Zij bevatten een volledig verslag van alles wat op het congres verhandeld is; het eerste deel heeft betrekking op de besprekingen in de sectievergaderingen en bevat ook de voordrachten die op de algemeene vergaderingen zijn gehouden. In het tweede deel vindt men de overzichten van de geographische reizen en onderzoekingen in den loop dezer eeuw door de verschillende landen gedaan, nl. Australië en Polynesie, Oostenrijk-Hongarije, Schotland, Egypte, Spanje, Finland, Frankrijk, Nederland, Italië, Nicaragua, Zweden, Zwitserland en Wurtemberg. Gelijk men weet2) is het overzicht van den geographischen arbeid in Rusland afzonderlijk uitgegeven. Bovendien wordt in het tweede deel, bij wijze van inleiding, door generaal Derrécagaix een overzicht gegeven van de topographische kaarten der verschillende Europeesche landen, nl. van Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, België, Denemarken, Spanje, Groot-Britannië, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Rusland, Zweden en Noorwegen en Zwitserland. Ongetwijfeld heeft dat overzicht veel waarde; maar, wat onze kaarten betreft, is de opgaaf niet volledig daar niet wordt gesproken over den Topographischen Atlas van het koningrijk der Nederlanden, schaal 1:200,000, noch over de ChromoTopographische kaart des Rijks op de schaal van 1 : 200,000 3). Ook maakt de schrijver in de spelling somtijds wonderlijke fouten, door o. a. te spreken van „le Westerthor d'Amsterdam" en „le Pegel' (Amsterdamsche Pegel), waaruit men zou moeten afleiden dat hij zijn gegevens wellicht aan een of ander Duitsch werk ontleend heeft; de groote topo-
1) Dat door de Franschen niet volkomen terecht het vierde wordt genoemd; immers bij gelegenheid van de bijeenkomst der gedelegeerden op dat Congres is opzettelijk vermeden aan het congres een volgnummer toe te kennen, omdat men het beschouwde als op zich zelf staande en bijeengeroepen naar aanleiding der tentoonstelling. Het Italiaansche comité, dat indertijd voor de regeling van het vijfde was gevormd, heeft zijne taak neergelegd en is ontbonden. (Vgl. TAG. 1889 , M. p. 603).
2) Vlg. TAG. 1890, p. 377.
3) Tenzij die laatste kaart begrepen is onder hetgeen Derrécagaix zegt over de drie chorographische kaarten op 1:200,000, onder welke eene geologische kaart. Vlg. TAG. 1888, M. p. 263 vlg. en WGJ. 1888, XII, p. 339 waar kapitein Heinrich, in zijn overzicht der officiëele kartographie van de Kuropeesche landen, ook Nederland behandelt en de kaarten vollediger opgeeft en veel nauwkeuriger omschrijft dan Derrécagaix doet; ook zijn de overzichtskaarten, door Wagner bij Iieinrich's opstel gevoegd, van groote waarde dewijl daarop met een oogopslag te zien is hoever men in de verschillende landen van Europa met de kaarten gevorderd is (zie TAG. 1889, M. p. 327).