halve dat hij — gelijk wij zooeven gezien hebben — later ook aan de historische geographie zijne aandacht wijdde, was Simony ook van meening dat het, bij de beoefening der geographie, vooral aankomt op eigen waarneming. Daarom deed hij, met zijne leerlingen, uitstapjes, waarbij men zich oefende in terrein- en landschapteekening; ook ontwierp hij tal van afbeeldingen, diagrammen, meteorologische en statistische voorstellingen en platen, welke eene belangrijke verzameling vormen ten behoeve van het geographisch onderwijs, terwijl Simony daarbij voegde een groot gedeelte zijner bibliotheek, zoodat het „Geographisches Institut" door zijn toedoen een grondslag kreeg waarop voortgebouwd kon worden. Kaarten, afbeeldingen, photographieën van landschappen enz., reliefs van verschillende landen, geologische profielen en verzamelingen vormen thans eene kostbare verzameling hulpmiddelen bij het academisch onderwijs, kostbaar in dezen zin dat zij tamelijk volledig is en veel nut sticht, niet dat men er exemplaren van zeldzame kaarten e. d. aantreft, die niet in de eerste plaats noodig zijn voor het onderwijs. Onder de leiding van Simony s opvolgers werd het „Institut' meer en meer uitgebreid met al die middelen welke den studeerende in staat stellen een overzicht te krijgen van den tegenwoordigen stand der wetenschap; vooral legt men er zich op toe de voornaamste werken over het eigen land aan te schaffen, waaronder ook de kaarten van geleerden die vroeger aan de universiteit te Weenen werkzaam waren, o. a. de kaarten van Stabius en Liesganig. ') Het aantal boekdeelen van het geographische instituut bedraagt reeds meer dan 2200, terwijl ook de kaartenverzameling zeer uitgebreid is. Daarbij blijft echter steeds op den voorgrond staan dat de geograaf door eigen aanschouwing moet leeren, zoodat dan ook voortdurend oefeningstochten worden gemaakt in den omtrek van Weenen en zelfs op grootere afstanden tot in Italië. Het groote aantal der „Arbeiten des geographischen Institutes" sinds 1886 verschenen, bewijst met hoeveel belangstelling de leerlingen, zich onder zulke leiding gevormd, aan hunne studiën en onderzoekingen wijden.

IVme, Congrès International des sciences géographiques tenu a Paris en 1889. Compte rendu publié par le Secrétariat général du Congrès. 2 vol. Paris 1891.

Terwijl er alweer een nieuw congres te Bern gehouden werd verscheen

1) De kaart van den laatstgenoemde was tentoongesteld bij gelegenheid van den lX<len Duitschen geogrufendag te Weenen en wekte groote belangstelling. (Zie ZWG. VIII, 1891, p. 165).