Bij de bouwwerken is eene korte beschrijving gegeven, voor zooverre deze noodig is tot aanvulling van hetgeen elders daarover bekend is gemaakt. Van de beelden en andere voorwerpen zonder inscripties, die gedeeltelijk nog ter plaatse aanwezig zijn, anderdeels in het Museum te Batavia of elders bewaard worden, zijn alleen de merkwaardigste opgenomen. Sommige streken zijn zóó rijk aan beelden, voetstukken enz., dat het aanbrengen der namen op de kaart bezwaar zou opgeleverd hebben. Het aantal beschreven steenen en andere voorwerpen tnet inscripties is in den laatsten tijd, niet het minst door de nasporingen van den Heer Verbeek zeiven, zeer vermeerderd. De papierafdrukken van de laatst ontdekte, door den Heer de Corte vervaardigd, berusten thans bij het Bataviaasch Genootschap; tot nog toe is de inhoud van een gedeelte slechts bekend gemaakt door Dr. Brandes
Bijzonder veel zorg heeft de samensteller der Lijst ook besteed aan de opgave der literatuur, die op iedere oudheid betrekking heeft. Ook zonder zijn uitdrukkelijke verklaring dat hij zich alle moeite heeft gegeven, die opgaven zoo volledig mogelijk te maken, zou een vluchtig bladeren in de lijst ieder daarvan kunnen overtuigen.
Hiermede meen ik over aard en strekking van het door Dr. Verbeek geleverde uitnemend nuttige werk genoeg gezegd te hebben , ten minste voor de lezers van een tijdschrift hetwelk niet aan oudheidkunde gewijd is. Het ligt in den aard der zaak, dat de samensteller en alle die in meerdere of mindere mate hem behulpzaam geweest zijn, in de allereerste plaats den welverdienden dank zullen inoogsten van hen die zich met Javaansche geschied- en oudheidkundige studiën bezig houden, doch elk wetenschappelijk werk, zoo goed ontworpen en naar den eisch uitgevoerd, als het voor ons liggende, zal zijn nuttige zijde hebben ook voor de beoefenaars van aanverwante vakken, al was het maar als voorbeeld. Daarom zij den lezers van het Aardrijkskundig Tijdschrift de kennismaking met de oudheidkundige kaart van Java, en niet minder met de daarbij behoorende Lijst, warm aanbevolen.
Leiden, 19 Oct. 1891.
H. Kern.