De schaal der kaart is 1: 100,000; de verdeeling is ingericht volgens het graadkaarten-systeem van 30 minuten in de richting der parallelcirkels en 15 minuten langs de miridianen, zoodat de kaart uit 674 bladen bestaat van c. 34 op 27,5 cm. terwijl 8 bladen een geheel graadveld vormen. De miridiaan van Ferro is als nul-meridiaan aangenomen.
Al die 674 bladen zijn echter nog niet gereed; de Pruisische opneming omvat, behalve het eigen gebied, al de middel- en de kleinere staten alsmede het Rijksland Elzas-Lotharingen , te zamen 544 bladen, waarvan er 326 gepubliceerd zijn. In Beieren, Saksen en Wurtemburg werkt men zelfstandig; het aantal bladen van elk dier landen is resp. 80, 30 en 20, waarvan er 31, 25 en 7 gereed zijn; zoodat er voor het geheele Rijk nog 285 bladen bewerkt moeten worden '). Het is dus de vraag of de geheele kaart vóór het einde dezer eeuw gereed zal zijn.
Na de opmerking gemaakt te hebben dat er in de bladen, voor zooverre zij op verschillende bureau's bewerkt worden (nl. te Berlijn, München, Dresden en Stuttgart), enkele kleine afwijkingen voorkomen, die echter aan de waarde der kaart geen afbreuk doen, wijst de schrijver er op dat de kaart ook voor het maatschappelijk leven der natie van zoo groot belang is en dat zij dan ook sinds lang als een „Kulturarbeit" van den eersten rang is erkend 2). Hoewel de kosten geheel komen voor rekening van het Departement van oorlog, is toch de beteekenis der kaart voor alle takken van den staatsdienst en van het burgerlijk leven zeer groot en heeft zij ook uit een touristisch oogpunt veel waarde. Ten einde dat laatste goed te doen uitkomen, dewijl de kaart, naar het gevoelen van den schrijver, in dat opzicht nog niet genoeg gewaardeerd wordt, eindigt hij met eenige tamelijk uitvoerige aanwijzingen betreffende haar gebruik, waarin wij hem echter niet verder zullen volgen.
Daarentegen vestigen wij de aandacht op eene in den handel verkrijgbare kaart van het Duitsche Rijk op de schaal van 1:500,000, welke in 14 afleveringen (elke met 2 bladen) £t 3 Mark, wordt uitgegeven. De geheele kaart kost dus 52 Mark, maar men kan de bladen afzonderlijk krijgen è. 2 Mark per stuk. Daar de 27 bladen, ieder voor zich, een vrij groot gedeelte van het rijk voorstellen (eene oppervlakte van 3 £t 400 □ G. M.) is die afzonderlijke uitgave zeer geriefelijk voor het publiek. De
1) Vlg. de meermalen door mij genoemde kaartjes in WGJ. 1888, XII, waar de tot 1888 gereed gekomen bladen gekleurd zijn. In de aankondiging der kaart van het Duitsche Rijk op 1 :500,000 (zie vervolg tekst) zegt Vogel dat het aantal gereed zijnde bladen thans 390 bedraagt.
2) Dat geldt natuurlijk eveneens van de stafkaarten der andere landen.