_ „. Toeneming Toeneming

Bevolking. jn lg90 1886/1890.

N°. NAAM.

1 Jan.'91. 1 Jan. '90. ^so- Absolute. °/0.

54 Oosterhout . . . 10,845 10.665 180 *»7 239 2>3

(i8,5

55 Hengelo 10,683 10,264 419 4,1 Ci^oo1)! è.

(19,0

56 Dantumadeel . . 10,617 10,579 38 0,4 251 2,4

57 Menaldumadeel. 10,402 10,425 —23—0,2 —231 —2,2

58 Veendam .... 10,391 10,269 122 1,2 —265 —2,5

59 Slochteren. . . . 10,348 10,339 9 0,1 427 4,3

60 Smallingerland . 10,292 , 10,259 33 0,3 45l2) 4,6

61 Charlois 10,131 9,706 42S 4>4 i,4443) *6,6

62 Sliedrecht .... 10,076 9,892 184 1,9 3834) 3,95

63 Harlingen .... 10,053 10,195 —142 —1>4 —250 _2>4

Te zamen . . . 2,001,919 1,966,574 35,345 x>8 174,288 9,5

De bevolking van geheel Nederland steeg in 1890 van 4,510,815 (volkstelling 1 Jan. '90) tot 4,564,565 dus met 53,750 personen of met 1,2%; de hier niet genoemde gemeenten namen dus toe van 2,544,241 tot 2,562,646, d. w. z. met 18,405 personen of met 0,7%, een cijfer dat bijv. ook geldt voor Achtkarspelen en zelfs voor steden als Groningen en Deventer. Ja! 25 der 63 groote gemeenten brengen het niet eens tot deze toeneming, vertoonen dus achteruitgang tegenover het platte land. Dat in totaal de 63 gemeenten met 1,8 °/o toenamen ligt dan ook hoofdzakelijk aan den grooten aanwas onzer vier grootste steden (boven 2 °/0) en aan de verbazende bevolkingstoeneming die Kralingen (6,6), NieuwerAmstel (4,8), Emmen (4,7), Charlois (4,4), Hengelo (4,1) enz. vertoonen. Evenals in 1889 namen ook in '90 Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Utrecht, Nieuwer-Amstel, Haarlem en Kralingen met meer dan

1) 1 Jan. '86 heeft het 8,671 maar in '86 verkrijgt het circa 300 inw. van Weerselo door wijziging der gemeentegrenzen.

2) 1 Jan. '86 heeft het 9,841 inw.

3) 1 Jan. '86 heeft het 8,687 inw.

4) 1 Jan. '86 heeft het 9,693 inw.