Dit voorstel werd, op advies van den Voorzitter, tot onderzoek in handen gesteld van eene commissie van deskundigen, die hun verslag tijdig genoeg uitbrengen zouden om het congres er over te doen beslissen vóór zijn uiteengaan.
Door den Franschen majoor der genie, den Heer de Lannoy de Bissy, werden mededeelingen gedaan omtrent eene door hem uitgevoerde kaart van Afrika op de schaal van i : 2,000,000, en instemming betuigd met het straks vermelde .voorstel van den hoogleeraar Penck. Hij beschreef de uitvoering zijner kaart van Afrika, photozincographie en heliogravure, en gaf eenige wenken omtrent de bij de eventueele vervaardiging eener kaart der aarde te volgen beginselen.
Een geheel ander vraagstuk werd door den Heer Stout, die het aardrijkskundig genootschap van New-York vertegenwoordigde, behandeld. Het gold het kanaal van Nicaragua. Of reeds Columbus daaraan gedacht heeft, zooals spreker beweerde, is wel aan eenigen twijfel onderhevig. Of het graven zoo eenvoudig en gemakkelijk is, als hij het voorstelde, zal nog moeten blijken. Zeker schijnt er met kracht aan begonnen te zijn en mag de hoop gekoesterd worden dat het meer van Nicaragua, met eene oppervlakte van 2400 vierkante mijlen, de voltooiing zeer bevorderen zal. De oppervlakkige toehoorder zal zich echter voorzeker afgevraagd hebben, hoe de Lesseps er toe gekomen is om de verbinding der beide oceanen door het Panama-kanaal te beproeven terwijl de natuur hem in Nicaragua alle hulp bood. Intusschen , hoe groot ook de vooringenomenheid moge zijn, welke de Heer Stout voor het plan zijner landslieden koestert, bij hetwelk hij persoonlijk ook betrokken schijnt, zeker is het dat zijne mededeelingen, zoowel omtrent de verruiming der haven van Greytown als omtrent de werken ter uitvoering van het plan Menocal, met genoegen door het congres vernomen werden.
De voordracht van den Heer Eekhout over den vooruitgang der eilanden van den Sunda-archipel tengevolge van den aanleg van spoorwegen had te kampen met het ongunstige tijdstip (5—6 uur) waarop zij uitgesproken werd en trok dus niet al de aandacht die zij verdiend had. De meeste bijzonderheden door hem medegedeeld, de vermeerdering der suikerondernemingen , de uitbreiding van thee- en kinakuituur zijn ons Nederlanders bekend. De vraag of de voorstelling door den Heer Eekhout gegeven niet eenigszins optimistisch gekleurd is, zou men enkel kunnen beantwoorden door toetsing der opgegeven cijfers en daartoe ontbreken den ondergeteekende alhier de noodige gegevens. In elk geval heeft hij een nuttig werk verricht door de aandacht van de Congresbe-