dan aan den oostkant. Voor de bewoners der streken nabij die plassen, en vooral voor de baggerlieden, is dit geen onbekende zaak, zooals ons herhaaldelijk bleek.
Duidelijk vonden wij dit verschijnsel in de Groote en Kleine Braak bij Oostzaan, waar aan den oostkant de plas een harden bodem heeft, en waar aan den westkant tot op eenigen afstand van den oever een modderlaag was neergelegd, die op enkele plaatsen 3/4 M. dik was.
Bij een bezoek aan de Poel bij Bovenkerk, onder Amstelveen, maakten ons baggerlieden onmiddellijk op dergelijk verschijnsel opmerkzaam, waarvan zij de oorzaak niet wisten te verklaren, doch dat zij uit de praktijk kenden.
Bij het bespreken van den invloed van den wind op het dichtgroeien der plassen komen wij hierop terug.
In de thans drooggemaakte Legmeerplassen ligt de kleilaag eveneens op 4 k 4,50 M. — A. P., en deze wordt bedekt door een laag meermolm van 0,5 è. 0,9 M. dik. De bodem van de Haarlemmermeer, die eenmaal met laagveen bedekt was, ligt tot 4,65 M. — A. P. diep.
Doch op vele plaatsen ligt het lage veen aanmerkelijk dieper.
Dr. Lorié heeft de grondproeven van een tal van boringen en gravingen in Holland bij het aanleggen van spoorwegen, kanalen enz. onderzocht, en de resultaten daarvan gepubliceerd ').
Hieruit blijkt, dat in Holland op onderscheidene plaatsen nog veen gevonden wordt ter diepte van 12 è, 19M.— A.P. Dit diepere veen wordt door lagen klei en zand gescheiden van de veenlaag nader bij de oppervlakte. Deze bovenste veenlaag blijkt verder zeer verschillende dikte te bezitten; tusschen Zoeterwoude en Koudekerk 9 M. en op Fijenoord zelfs 10 M. Op de laatste plaats ligt de onderkant der veenlaag op 12 M. — A.P.
In het N. W. van Overijsel onderzochten wij de diepte van eenige meertjes , die door uitbaggering van laagveen ontstaan zijn. Van het Bovenmeer ligt de bodem ± 1,80 M. — A. P. Het Duiningermeer heeft eene diepte van 2 M. — A. P. Ook bij dit meer konden wij het verschijnsel duidelijk waarnemen , dat aan den westkant de zwaarste baggerlaag was neergelegd.
De Beulaker Wijde is op het diepst 2,8 h 3 M. — A.P. diep, terwijl de bodem met een modderlaag van 1/2 M. of meer bedekt is. Bij de Friesche meren, welke wij onderzochten, nl. het Morra-meer, de Fluesen, het Heeger-meer, het Sloter-meer, de Groote Brekken, het Tjeukemeer en de Langweerder Wielen, bedroeg overal de diepte van 1,5 tot 2 M. — A. P.
1) Dr. J. Lorié, Contributions a la geologie de Pays-Bas (Archives Tevler), V, 1890.