der opnamen volkomen waardeeren en de resultaten in overeenstemming met den daaraan besteeden tijd moeten achten.
Behalve door deze kaarten werden ook weder verschillende groepen door reizen en onderzoekingstochten beter bekend.
De onvermoeide F. S. A. de Clercq leverde zijne bijdragen tot de kennis van Ternate ') en Nieuw-Guinea 2); de verdienstelijke gouverneur van Braam Morris, die het wetenschappelijk onderzoek van anderen steeds zoo gaarne in de hand werkt en ook zelf op dit gebied zijn sporen reeds lang verdiende, deelde in zijne Nota over het Contract met Bima gesloten, tal van geographische bijzonderheden over dat gewest mede3).
In ons tijdschrift hadden wij het voorrecht een bijdrage van den heer Van Hocïvell, den grondigen onderzoeker der Key- en Aroe-groep, over de assistent-residentie Gorontalo te kunnen opnemen 4), terwijl in datzelfde tijdschrift de voorloopige berichten van luitenant Planten over zijn onderzoek der eerstgenoemde groep5) en het bericht van prof. Wichmann over zijne in 1889 en 90 volvoerde reis naar Java, Celebes, Flores en Timor6), opnieuw het bewijs leveren, hoe ernstig het Aardrijkskundig genootschap zich het onderzoek, vooral van de minder bekende gedeelten der oostelijke helft van den Indischen Archipel, aantrekt. Het belang dier onderzoekingen, vooral ook van het geologisch onderzoek dier gewesten, heeft Prof. Martin aan de hand der door den heer Wertheim en anderen gemaakte verzamelingen helder in het licht gesteld ').
1) F. S. A. de Clercq, Bijdragen tot de kennis der Residentie Ternate. Met platen en schetsen, Leiden 1890. — Wederzijdsche bezoeken van den Sultan en den Resident van Ternate. Ind. Gids, XII, p. 2611—16.
2) F. S. A. de Clercq, Rapport over drie reizen naar het Nederlandsch gedeelte van Nieuw-Guinea, Tijdschr. Bat. Gen. XXXIV, (1890) afl. 2.
3) D. F. van Braam Morris, Nota van Toelichting, behoorende bij het Contract, gesloten met het landschap Bima, Tijdschr. Bat. Gen. XXXIV, afl. 2. (Mitteil. Litteraturber. 622).
4) G. W. W. C. van Hoëvell, De assistent-residentie Gorontalo, voor zoover die onder rechtstreeksch Bestuur is gebracht. Tijdschr. Aardr. Gen. II S., VIII, 1, p. 26—44.
5) H. O. W. Planten, Mededeeling betreffende het wetensch. onderzoek der Keyeilanden T. N. A. Gen., II S,, VIII, 1, p. 147.
6) A. Wichmann, Bericht über eine im Jahre 1888—89 ausgeführte Reise nach dem Ind. Archip., T. A. G., II S., VIII, 5, p. 907.
7) K. Martin, Die Key-Inseln und ihr Verhaltniss zur Australisch-Asiatischen Grenzlinie, zugleich ein Beitrag zur Geologie von Timor und Celebes. T. N. Aardr. Gen. S. II, VII, p. 241—280.