wel de geschiedenis als de cultuur (de gouvernements- en de volkscultuur) kwamen daarbij ter sprake, terwijl voorts het suikerriet ') en de opium 2), met het oog op de vele daaraan verbonden politieke en economische vraagstukken, niet minder levendige belangstelling wekten.

Bij de bevolking treden de ethnographische studiën der HH. Jacobs en Meyer over de Badoej 3), van Graafland over Depok 4) op den voorgrond. Meer tot de bijzonderheden van het volksleven dalen af de HH. Bartels in zijn artikel over het Wajangspel 5), de heer Groneman in dat over het leven aan het hof van Djogjokarta en de gamelang e), de heer Jacobs over de Javaansche volksfeesten 7), en de heer Oelsner over oude bouwwerken op dat eiland 8).

Ook aan Java's overbevolking 9) en aan zijne geschiedenis waren eenige artikelen gewijd I0).

tuur op Java. 's Hage, 1891. — F. G. van Bloemen Waanders, De gouvernementskoffiecultuur op Java, 's Hage 1890. — Dharma, De koffiecultuur als volkscultuur. Ind. Gids, XII, 1889 — 92. — G. Arntzenius, Cultuur en Volk. Beschouwingen over de gouvernementskoffiecultuur op Java, 's Hage 1891. — J. Kuneman, De gouvernementskoffiecultuur op Java. Onderzoek en advies, 's Hage 1891.

1) F. J. Potter, De kuituur van suikerriet op Java, Arnhem 1890. — Mededeelingen van het proefstation voor suikerriet in West-Ju va, Kagok-Tegal, Java. Uitgeg. door Wilh. Krüger, le Deel. 's Hage 1890.

2) W. Elout van Soeterwoude, De opiumvloek op Java, 's Hage 1890.

3) Jul. Jacobs en J. J. Meyer, De Badoej. Uitgeg. door het Kon. Inst. v. T. L. en V., 's Hage 1891 (Mitteil. Litteraturber. N°. 606).

4) N. Graafland, Depok. Eene ethnogr. studie. Med. Ned. Zendinggen. XXXV, p. 1—43.

5) M. Bartels, Das javanische Modell eines Wajangspel. Z. f. Ethnol., XXII, 3, p. 260—70.

6) J. Groneman, Een avond bij den rijksbestierder van Jogjakarta. Intern. Arch. f. Ethn., III, 5, 175. — Een keizerlijke optocht in Djokjakarta. Eigen Haard, 1890, p. 278. — A. D. Loman en J. G. R. Acquoy. Verslag aangaande de verhandeling «De gamëlan te Jogjakarta, aangeb. door J. Groneman en J. P. N. Land. Versl. en Med. der Kon. Akad. Afd. Lett. III R. VI p. 201—5 (Mitteil. Litteraturb 607).

7) Jul. Jacobs, Een Javaansch volksfeest. Eigen Haard, 1890, p. 538 en 55C.

8) Oelsner, Altes Mauerwerk auf Java mit Spuren früherer Hinducultur, Z. f. Ethn. XXI, 61 p. 793.

9) K. Meyners d'Estrey, Peuplement excessif de Java, Revue de géogr., Nov. 1890.

10) M. L. van Deventer, Het Nederlandsch gezag over Java en onderhoorigheden sedert 1811. Verzameling van onuitgegeven stukken uit de koloniale en andere archieven, Dl. I, 1811 —1820, 's Hage 1891. — E. B. Kielstra, Het eiland Madoera. De Gids, April, p. 517—46.