de Draa, bij het begin der woestijn, veel meer met de aanwijzing der oude schrijvers overeenkomende dan de baai der Rio Oro of de bocht van Arguin, ligt een kust, van welke Hanno kon meenen en schrijven, dat zij tot de woestijn behoorde; bestaan nu nog, en hebben zeker in Hanno's dagen inhammen bestaan (in den Periplous wordt de inham niet groot genoemd), waarin eilandjes hebben kunnen liggen van de nietige grootte, die aan Kerne wordt toegekend: eilandjes, die dan vrij wat meer met Carthago op gelijken afstand van de Zuilen liggen dan de zooveel zuidelijker gelegen baaien. Er bevinden zich nu nog een reeks van lagunen en zoutmeren of moerassen '), die, in verband met het achterliggend hoogland en de kleinere en grootere riviertjes, welke naar zee stroomen, ons het type van een kust leveren, waarvan het niet gewaagd is te veronderstellen , dat zij sedert Hanno's dagen, zoo niet voor een deel gevormd, dan toch belangrijk veranderd en aangegroeid is. — Het is van algemeene bekendheid, hoe de Noordwestkust der Adriatische zee zich heeft gewijzigd : landtongen en lagunen heeft gevormd, baaien gesloten, riviermonden verlegd, eilanden aan de kust verbonden en van vorm veranderd; steden, die in de oude geschiedenis nog aan zee lagen (Ravenna), drie uur naar het binnenland heeft verplaatst. Even menigvuldig zijn de wijzigingen , welke de grondig onderzochte kusten der Middellandsche zee sedert de oude geschiedenis ondergingen. En geheel op dezelfde wijze heeft de kust van den Atlantischen Oceaan voor dit en andere gedeelte van Afrika's Westkust belangrijke veranderingen ondergaan 2).
Zij, die dit weten, zullen het een onbegonnen werk achten, thans nog zeer bepaald aan die kust de juiste ligging van een klein eilandje aan te wijzen, dat inmiddels kan zijn vastgegroeid (eerder dan verdwenen); of in het licht te stellen , welke riviermonding werd opgevaren om een lagune of étang te bereiken (het XifivTj van §9), waarin zich dan, wat zich gemakkelijk laat denken, drie eilandjes bevonden, grooter dan Kerne. Meent men het ueyalov", wat bij de rivier gevoegd wordt, op den geheelen loop te moeten toepassen, en niet op de monding, dan kan daarvoor o. i. niet in aanmerking komen de boven genoemde Shibika met hare breede monding, die, van de hoogvlakte komende en door het 274 m. hooge randgebergte dringende, wel den indruk eener groote rivier had kunnen maken 3), maar te dicht bij de Wadi Draa is gelegen. Immers die
1) Zie Quedenfeldt, p. 428.
2) Door Muller ook bij zijne verklaringen aangenomen (p. 9, noot).
3) Zie The Western Sahara, hetween the tropic of Cancer and the Wadi Draa(Scott. Geogr. Mag. 1888, p. 483). »The Wadi Chebika", heet het daar, »is the broadest of