daartoe in staat gesteld, omdat door de onderzoekingen van Don Joaquim Gatell en die der Spanjaarden in de N.W.Sahara of Tekena-landen; door de reizen, die Quedenfeldt van de Canarische eilanden uit naar dit terrein ondernam, en voorts door de tochten, welke Camille Douls in de westelijke Sahara aflegde, over het terrein bezuiden de Draa zooveel meer licht is geworpen. — Ontvingen Noord- en Midden-Marokko hun beurt in de dagen, toen Carl Muller, Tissot, Vivien de St. Martin en anderen hun studie van den Periplous maakten, thans zijn ook voor de gesteldheid van Z. W. Marokko betere bronnen te raadplegen.

De resultaten dier nieuwere onderzoekingen zijn wel het best neergelegd op de kaart, door Quedenfeldt in het Zeitschrift der Ges. für Erdkunde van 1887 bij zijn artikel „Bemerkungen zur Karte des westlichen Sus-, Nun- und Tekenagebiets" en op de zoo voortreffelijke kaarten van Lannoy de Bissy: Afrique (Région septentrionale) Sta. Cruz de Tenerife, Feuille N°. 9, en Bir el Abbas, Feuille n°. 10.

Uit deze kaarten blijkt dat het zandige lage strand, dat reeds benoorden de Draa begonnen is (Playa blanca), zich bezuiden die rivier voortzet; dat het terrein daarna wordt ingenomen: ie door tal van kleinere en grootere riviermondingen, o. a. door de Oead Shibika (thans de Boca Grande), van niet onaanzienlijke breedte, zoodat zich in het midden van dien mond een eilandje bevindt; 2e vooral bezuiden die Shibika, door datzelfde lage strand, hier en daar met zandheuvels voorzien, maar tevens met ziltige meren en moerassen en bij kaap Juby met een „Kette von kleinen Saizseeën". Daarachter, onder ca 28° N. B., liggen dan roode zandheuvels, de Djebel Tesegdelt (274 m.), en een plateau, van welks randen de meeste dezer kleinere riviertjes ontspringen, terwijl de grootere op het plateau hun brongebied hebben. Iets benoorden dien 28sten breedtegraad ligt de Puerto Cansado, op uitvoerige kaarten duidelijk als inham te herkennen. Aan de Oostzij daarvan strekt zich een Sebcha (zoutmoeras) uit.

Met deze uitvoerige kustbeschrijving hebben wij vooral dit op het oog, dat het den lezer als van zelve duidelijk zal worden, waarom wij op dit terrein de aandacht hebben gevestigd.

Niet om in het kleine eilandje, in de Boca Grande, Kerne te zien, of om het in den zoo juist genoemden boezem, Puerto Cansado, aan te wijzen, hebben wij den lezer hierheen verplaatst; maar om hem den indruk te geven, dat men ook hier weder het voor de hand liggende terrein (waarschijnlijk uit onbekendheid met die kust, bij gemis van goede kaarten) is voorbij gegaan, om dat Kerne zooveel zuidelijker te zoeken. Immers, hier, bezuiden