68 Het gemengd diluvium van Diepenheim hangt samen met aai van Markeloo.

69. Het G. D. van Delden naar Borne toe.

70. De Luttenberg bij Haarle.

71. De heuvel van Enschede en Lonneker westwaarts.

g. 72. Het hoogveen van Rade wijk.

73. De middelste wortel van het hoogveen van Almeloo. ƒ 74. Tusschen de Dedemsvaart en Hardenberg ongeveer 1 K. M. naar het zuiden.

75. Het Radewijker hoogveen naar het N. W.

i. 76. Bij Emsbüren is in het Eemsdal enkel zanddiluvium en geene klei.

77. Bij Wesuwe en Haren verder stroomafwaarts hetzelfde.

78. De strook rivierklei langs de Vecht beneden Gramsbergen is veel meer verdeeld en ook smaller.

79. De zuidelijkste uitlooper van het hoogveen bij Ommen is veel te schematisch en te samenhangend geteekend.

E. Gelderland.

i. 80. In deze provincie teekenden wij slechts aan het op de kaart

zeer overdreven voorkomen van beekklei in de beekdalen,

waarop wij boven opmerkzaam maakten. Wij namen dit het

eerst in de omstreken van Lochem waar, later ook elders.

t

F. Utrecht.

i. 81. Het dorp Baarn, hoewel op eene hoogte gelegen, in vergelijking met het Eemdal, bevindt zich niet op grint-, maar op zanddiluvium. Hier is de kaart dus op tegengestelde wijze onjuist dan in den regel elders, maar uit dezelfde oorzaak het te absoluut toepassen van eenen gevonden regel.

G. Noord-Holland.

i. 82. Op het eiland Wieringen is slechts zanddiluvium aanwezig en in het geheel geen skandinaafsch diluvium (Wichmann.)

H. Zuid-Holl(i7id.

i. 83. Over Rijswijk naar Den Haag staat op het blad „Rijnland" der geologische kaart „rivierklei" aangegeven, die er volstrekt niet te vinden is. Op het daaraan sluitende blad „Biesbosch ' is dezelfde klei als „zeeklei" geduid, wat hier zeker juister is.